Ontdek de geslachten van het zelfstandig naamwoord!

Ontdek de geslachten van het zelfstandig naamwoord!
1 / 13
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Ontdek de geslachten van het zelfstandig naamwoord!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de geslachten van het zelfstandig naamwoord herkennen en toepassen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over de geslachten van het zelfstandig naamwoord?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is een zelfstandig naamwoord?
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een persoon, dier, ding of plaats aanduidt.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Geslachten van zelfstandig naamwoorden
In het Duits hebben zelfstandig naamwoorden een geslacht: mannelijk, vrouwelijk of onzijdig.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Mannelijke zelfstandige naamwoorden
Mannelijke zelfstandige naamwoorden eindigen vaak op -er, -el, -en of -ling.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden
Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden eindigen vaak op -in, -schaft of -heit.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Onzijdige zelfstandige naamwoorden
Onzijdige zelfstandige naamwoorden eindigen vaak op -chen, -lein of -tum.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Raad het geslacht!
Geef het geslacht (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig) van de volgende zelfstandige naamwoorden: Haus, Mädchen, Tisch.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Tijdens deze les hebben we geleerd over de geslachten van het zelfstandig naamwoord in het Duits: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.