Hoofdstuk Cultuur: Opdracht vakantiegids

 Wat is cultuur?
               Cultuur
1 / 44
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

 Wat is cultuur?
               Cultuur

Slide 1 - Slide

Cultuurelementen zijn
A
Amerikanisering, religie en taal
B
Taal, religie en gewoonten
C
Geloof, taal en koloniën
D
Cultuurvermenging en cultuurspreiding

Slide 2 - Quiz

Cultuurverspreiding
Cultuurvermenging

Slide 3 - Drag question

Welk begrip past hierbij?
A
Cultuur
B
Geloof
C
Cultuurelement
D
Amerikanisering

Slide 4 - Quiz

Noem vier begrippen over cultuur die je vandaag hebt geleerd.

Slide 5 - Open question

Een cultuurgebied is
A
Waar veel toeristen komen
B
Waar een gemeenschappelijke cultuur is
C
Waar mensen hetzelfde geloof hebben

Slide 6 - Quiz

Onder cultuur verstaan we de tradities en gewoontes van een land of gebied.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Wat is geen cultuurelement?
A
Huidskleur
B
Taal
C
Tradities
D
Dansen

Slide 8 - Quiz

Wat is geen cultuurelement?
A
Religie
B
Klimaat
C
Feesten
D
Bouwstijl

Slide 9 - Quiz

Hier zie je een voorbeeld van...
A
Traditionele opvoeding
B
Japanse cultuur
C
Westerse cultuur
D
Amerikanisering

Slide 10 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Hindoeïstisch
B
Islamitisch
C
Budistisch
D
Latijns-Amerikaans

Slide 11 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Chinees
C
Latijns-Amerikaans
D
Orthodox

Slide 12 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Chinees
C
Latijns-Amerikaans
D
Orthodox

Slide 13 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Afrikaans
B
Chinees
C
Latijns-Amerikaans
D
Orthodox

Slide 14 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Islamitisch
B
Latijns-Amerikaans
C
Hindoeïstisch
D
Orthodox

Slide 15 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Hindoeïstisch
B
Latijns-Amerikaans
C
Japans
D
Westers

Slide 16 - Quiz

Tot welk cultuurgebied hoort dit plaatje?
A
Hindoeïstisch
B
Latijns-Amerikaans
C
Japans
D
Westers

Slide 17 - Quiz

Azië heeft de meeste cultuurgebieden.
A
Waar
B
Niet waar
C
Soms

Slide 18 - Quiz

Westerse cultuurgebied
Islamitische cultuurgebied
Latijns Amerika
Midden Amerika
Indonesie
Europa
Noord Afrika
Australie 
Mexico
Midden - Oosten
Noord-Amerika
Zuid - Amerika

Slide 19 - Drag question

Wat is een kolonie?
A
Een cultuurgebied
B
Een gebied met gemeenschappelijke cultuur
C
Een gebied waar een ander land de baas is
D
Een gebied waar twee culturen zich mengen

Slide 20 - Quiz

Oost Orthodox cultuurgebied
Hindoeistisch cultuurgebied

Slide 21 - Drag question

Wat is waar?
A
Nederland was een kolonie van Suriname
B
Suriname was een kolonie van Nederland
C
Engeland en Nederland waren kolonies
D
Suriname is nooit een kolonie geweest.

Slide 22 - Quiz

Welke bewering is juist?
A
Allochtonen zijn buitenlanders
B
De autochtonen zijn buitenlanderse
C
Allochtonen en autochtonen zijn Nederlanders
D
Alleen autochtonen zijn Nederlanders

Slide 23 - Quiz

Welke drie landen waren vroeger de kolonies van Nederland

Slide 24 - Open question

Wat is een allochtoon?
A
Iemand van wie ten minste een van de ouders in het buitenland geboren is.
B
Iemand van wie beide ouders in het buitenland geboren zijn.
C
Iemand van wie ten minste een van de ouders in Nederland geboren is.
D
Iemand van wie beide ouders in Nederland geboren zijn.

Slide 25 - Quiz

Ali B is een...
A
autochtoon
B
niet-westerse allochtoon
C
westerse allochtoon
D
niet-westerse autochtoon

Slide 26 - Quiz

Hoe noemen we de mensen uit andere landen die in Nederland komen om werk te zoeken?

Slide 27 - Open question

Van nieuwe Nederlanders wordt verwacht dat ze de Nederlandse taal en gewoontes leren kennen. Dat heet...
A
multicultureel
B
cultuur
C
inbunkering
D
inburgering

Slide 28 - Quiz

Niet-westerse allochtoon
westerse allochtoon
autochtoon

Slide 29 - Drag question

Noem drie belangrijkste cultuurelementen.

Slide 30 - Open question

Slide 31 - Slide

Project
Vakantieland
            Project vakantieland

Slide 32 - Slide

                                   Leerdoelen

  • Je hebt geleerd samen te werken.
  • Je hebt geleerd om te presenteren.
  • Je hebt geleerd om gericht informatie te zoeken.
  • Je hebt geleerd om informatie te verwerken in een schrijf en presentatieopdracht.

Slide 33 - Slide

                          De Opdracht:
Wie?
-> Maak een groepje van 4 leerlingen ( tenzij het niet anders kan)
Wat?
-> Een reisfolder maken van een land
Hoe?
-> door de opdrachten die hierna komen zorgvuldig uit te werken in een Worddocument
-> je schrijft in eigen woorden! (Plagiaatcontrole)
Tijd?
-> tijdens 4  lessen aardrijkskunde

Slide 34 - Slide

                          De Opdracht:
Hoe?

-> je werkt met je groepje, maakt een taakverdeling en planning

Eindresultaat:

-> een reisfolder met achtergrondinformatie over jullie land en een presentatie.

Presentatie:
-> elk groepje  presenteert zijn land 
-> we beoordelen elkaars presentatie

Slide 35 - Slide

 Wat komt er in de reisfolder?
  • verloop heen en terugreis (vertrekpunt, tijd, aankomstplaats enzovoort) en de rondreis zelf.
  • Hoe: Bus/trein/boot/vliegveld niet alleen heen en terugreis maar ook in het land zelf
  • Kosten
  • reisplan in het land
  • achtergrondinformatie over het land: Klimaat/landschappen/cultuur/taal etc.
  • Bezoek aan een stad
  • bezoek aan een museum
  • bezoek aan een natuurpark/reservaat
  • bezoek aan een historisch gebouw bv kerk, klooster, kasteel…
  • bedenk zelf  een extra activiteit
  • Taalgidsje

Slide 36 - Slide

Begroting
Maak een overzicht van de kosten zodat de toeristen weten hoeveel geld ze kwijt zijn als ze deze reis gaan maken. Laat zien dat je een dure en een goedkope reis kan maken. Geef de keuzes die je kunt maken duidelijk aan.


Slide 37 - Slide

Begroting
Denk aan:
  • Reis er naar toe
  • Reizen binnen het land
  • Overnachtingen tijdens de reis (hotel, hostel, camping, huisje, enz
  • Eten en drinken
  • Kosten voor bezoek aan museum, theater, markt, enz
  • Souvenirs


Slide 38 - Slide

 Taalgidsje
De jongeren moeten zich natuurlijk ook verstaanbaar kunnen maken in het land. Vertel wat over de taal en maak een simpel taalgidsje: handige woorden en zinnen die je in die taal kunt gebruiken.


Slide 39 - Slide

Achtergrondinformatie deel 1
  • waar ligt het
  • hoe is het weer
  • wie is de baas
  • volkslied
  • wat is de hoofdstad.
  • taal
  • buurlanden
  • Hoeveel kilometer  van Nederland



Slide 40 - Slide

Achtergrondinformatie deel 2
  • Iets over de geschiedenis van het land 
  • Met welke muntsoort kan je in het land betalen
  • Wat over kunst beroemde schilders/ beeldhouwers, architecten
  • Wat over folklore (Dans, liedjes, gebruiken, feestdagen)
  • Wat over het eten
  • Welke artiesten zijn bekend
  • Sporthelden
  • Wat over de mensen en waar ze wonen
  • Bedenk zelf nog veel meer

Slide 41 - Slide

0

Slide 42 - Video

0

Slide 43 - Video

Veel succes!

Slide 44 - Slide