Herhaling argumentatie geheel

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Vandaag

• Herhaling argumentatie

Les 19 t/m 23

Alle theorie & begrippen

Les 19 - overtuigen

Hoe beïnvloed je iemand? 

Zes principes: schaarste, wederkerigheid, consistentie, sociale bewijskracht, sympathie, autoriteit

Begrippen

• Standpunt & argument
• Tegenargument & weerlegging
• Feitelijk & waarderend
• Oplossen & beslechten

Les 20 - argumentatiestructuren

= schematische weergave van argumentatie 

Begrippen

• Enkelvoudige argumentatie
• Nevenschikkend onafhankelijke argumentatie
• Nevenschikkend afhankelijke argumentatie
• Onderschikkende argumentatie 
• Verzwegen argumenten (als...dan...)

Les 21 - argumentatieschema's

= verband tussen standpunt en argument

Er zijn 3 soorten

Arg o.b.v. kenmerken

Piet geeft niet om dieren want hij eet elke dag vlees

Verzwegen argument = als je vlees eet, dan geef je niet om dieren

Vlees eten is kenmerkend voor mensen die niet om dieren geven

NB: voorbeelden & voor- en nadelen zijn ook vormen van kenmerkenargumentatie

Arg o.b.v. vergelijking

Het is logisch dat Corona zich in Europa heeft verspreid. In Azië verspreidde het zich ook razendsnel. 

Verzwegen argument = als iets in het ene continent gebeurt, dan zal dat ook in het andere continent gebeuren. 

Arg o.b.v. causaliteit

= oorzaak en gevolg

Er zullen in de toekomst minder mensen doodgaan aan Corona omdat we gevaccineerd zullen worden

Verzwegen argument = als je gevaccineerd wordt dan ga je niet meer dood aan Corona

NB: doel-middel is een vorm van causaal 

Verschil: bij doel-middel wordt het middel bewust ingezet om een bepaald resultaat te behalen

Les 22 - drogredenen

= een uitspraak die logisch lijkt....

..... maar dat niet is

drogredenen

• autoriteitsargument
• vals dilemma
• overhaaste generalisatie
• verkeerde vergelijking
• persoonlijke aanval 

drogredenen

• ontduiken van de bewijslast
• de cirkelredenering 
• vertekenen van het standpunt
• bespelen van het publiek 

NB: je heb trucs & fouten

Les 23 - logica

Logische geldigheid 


Twee ware premissen = ware conclusie???

Modus ponens

Modus tollens

Variant van de modus ponens

Het woord niet is kenmerkend

Wat snap je niet? Wat vind je het lastigste?