Voorbereiden proefwerk les 28

Voorbereiden proefwerk les 28
Benoemblad tekst 28A
Grammatica les 28
Conjunctivus-overzicht
1 / 18
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Voorbereiden proefwerk les 28
Benoemblad tekst 28A
Grammatica les 28
Conjunctivus-overzicht

Slide 1 - Slide

Wat is geen gebruik voor de conjunctivus praesens in de hoofdzin?
A
Optativus
B
Irrealis
C
Dubitativus
D
Potentialis

Slide 2 - Quiz

Verklaar het gebruik van de conjunctivus: esset (r.2)
A
Afhankelijke vraag
B
Definiërend
C
Doel
D
Dubitativus

Slide 3 - Quiz

regel 2 - 3 (Nam t/m putabam)
Waarom vindt Plinius het alsnog straffen van de veroordeelden na zo lange tijd te wreed?
A
Ze hebben hun misdaden al gecompenseerd door gemeenschapsdienst
B
Ze zijn fysiek niet in staat de straf te ondergaan
C
Ze hebben publiekelijk berouw getoond voor hun daden
D
Ze zijn ouderen die een bescheiden leven leiden

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

retinendi (r.4) is een gerundivum. Je noemt het gebruik hiervan ook wel "een gerundivum van ..." Noteer je antwoord als één woord.

Slide 6 - Open question

Eosdem t/m videbatur (r.5-6)
Wat is volgens Plinius erger?
A
a re publica pasci
B
a re publica non pasci

Slide 7 - Quiz

Citeer het Latijnse woord waaruit je kunt opmaken dat "a republica non pasci" erger is.

Slide 8 - Open question

In regel 7 staat een ACI. Wat is de volledige I? Noteer het Latijn.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

quaeres (r.8)
Wat is de tijd van deze werkwoordsvorm?
A
Praesens
B
Imperfectum
C
Futurum
D
Perfectum

Slide 11 - Quiz

Noteer het Latijnse woord waarnaar quas (r.8) verwijst

Slide 12 - Open question

exsolverentur (r.9)
Wat is de tijd van deze werkwoordsvorm?
A
Praesens
B
Futurum
C
Futurum exactum
D
Imperfectum

Slide 13 - Quiz

regel 9 - 10 nihil t/m possum
Welke gegevens ontbreken er volgens Plinius?
A
Documenten waarin mensen veroordeeld zijn
B
Documenten waarin mensen worden vrijgesproken

Slide 14 - Quiz

Is onderstaande stelling juist of onjuist?
De veroordeelden zijn door onbelangrijke mensen van hun straf vrijgesproken.
A
Eens
B
Oneens

Slide 15 - Quiz

Vul onderstaande tekst in:
Volgens Trajanus moeten zij gestraft worden die in de laatste (1) ... jaar veroordeeld zijn en die zonder (2) ... vrijgesproken zijn.
Noteer je antwoord als volgt: 1) ... 2) ....

Slide 16 - Open question

Voor welke door Plinius genoemde groep geldt er volgens Trajanus géén speciale behandeling?
A
senibus (r.3)
B
modeste viventibus (r.4)

Slide 17 - Quiz

Citeer het Latijnse tekstelement waarop de ministeria van de veroordeelden op leeftijd op moeten lijken.

Slide 18 - Open question