Werkwoorden_verkeer

Werkwoorden_verkeer
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2Secundair onderwijs

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Werkwoorden_verkeer

Slide 1 - Slide


A
Fietsen
B
Wandelen
C
Rijden
D
Lopen

Slide 2 - Quiz


A
Fietsen
B
Wandelen
C
Rijden
D
Lopen

Slide 3 - Quiz


A
Fietsen
B
Wandelen
C
Rijden
D
Lopen

Slide 4 - Quiz


A
Fietsen
B
Wandelen
C
Rijden
D
Lopen

Slide 5 - Quiz


A
Stoppen
B
Wachten
C
Zitten
D
Spelen

Slide 6 - Quiz


A
Stoppen
B
Wachten
C
Zitten
D
Spelen

Slide 7 - Quiz


A
Stoppen
B
Wachten
C
Zitten
D
Spelen

Slide 8 - Quiz

De auto rijdt op de straat.
A
Juist
B
Fout

Slide 9 - Quiz

De fiets fietst op het voetpad.
A
Juist
B
Fout

Slide 10 - Quiz

De man wandelt op de sporen.
A
Juist
B
Fout

Slide 11 - Quiz

De tram rijdt op de sporen.
A
Juist
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Het meisje fietst op het fietspad.
A
Juist
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Ik zit op de straat.
A
Juist
B
Fout

Slide 14 - Quiz

Ik ... (rijden)

Slide 15 - Open question

Jij ... (fietsen)

Slide 16 - Open question

Jullie ... (wachten)

Slide 17 - Open question

Jij ... (zitten)

Slide 18 - Open question

De man ... (stoppen)

Slide 19 - Open question

Het meisje ... (wandelen)

Slide 20 - Open question

wandelt - Ahmad - op het voetpad

Slide 21 - Open question

Ik - op het fietspad - fiets

Slide 22 - Open question

De jongens - op de bank - zitten

Slide 23 - Open question

rijdt - op de sporen - De trein

Slide 24 - Open question

Khaled - op de bus - wacht

Slide 25 - Open question

De politie - de auto - stopt

Slide 26 - Open question