Klimaat refresher

Oefenen met Klimaat
Oefenen met klimaat modules 1 t/m 4
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Oefenen met Klimaat
Oefenen met klimaat modules 1 t/m 4

Slide 1 - Slide

Het doel van vandaag:
Herhalen van de stof en oefenen
 
Module 1: Klimaatfactoren
Module 2: Globale luchtcirculatie
Module 3: Klimaatgebieden
Module 4: Landschapzones

Tijd voor extra vragen/leren

Slide 2 - Slide

Leerdoelen Module 1 klimaatfactoren
  • Je kent de vier lagen van de atmosfeer
     
  • Je kunt uitleggen waarom de troposfeer belangrijk is voor het leven op aarde.
     
  • Je kunt uitleggen waarom er een
    stralingsbalans op aarde is.
     
  • Je kent de twee componenten die een klimaat bepalen.
     
  • Je kunt van zes klimaatfactoren uitleggen hoe ze het klimaat van een plek beïnvloeden.

Slide 3 - Slide

Wat zijn de 4 lagen van de atmosfeer?
Thermosfeer
Stratosfeer
Mesosfeer
Troposfeer

Slide 4 - Drag question

Zet de klimaatfactoren op de juiste plek!
Breedteligging
Hoogteligging
Land vs. zee
Warme vs. koude zeestroom
Loefzijde vs. lijzijde
Luchtdrukgebieden

Slide 5 - Drag question

Leerdoelen Module 2 Globale luchtcirculatie
  • Je kunt uitleggen hoe luchtcirculatie tot stand komt.
     
  • Je kunt uitleggen hoe een lage- en hogedrukgebied ontstaat.
     
  • Je kunt uitleggen waarom er rond de evenaar een permanent lagedrukgebied (ITCZ) is.
     
  • Je kunt uitleggen hoe het hogedrukgebied rond 30° en 90° NB/ZB ontstaat.
     
  • Je kunt uitleggen hoe het lagedrukgebied rond 60° NB/ZB ontstaat. 
     
  • Je kunt het corioliseffect/Wet van Buys Ballot uitleggen.

Slide 6 - Slide

Zet het drukgebied op de juiste plek
L
H

Slide 7 - Drag question

NL ligt op 52 graden NB.
Hier is het weer vaak:
A
Warm & droog
B
Warm & nat
C
Koud & droog
D
Koud & nat

Slide 8 - Quiz

Op het noordelijk halfrond
heeft de wind door het corioliseffect
een afwijking naar:
A
rechts
B
links

Slide 9 - Quiz

Leerdoelen Module 3 Klimaatgebieden
  • Je kent de vijf klimaatzones van Köppen.
  • Je kent de betekenis van de kleine letters (w, s, en f) bij de klimaten van Köppen.
  • Je kunt een klimaatgrafiek aflezen en afleiden of het om een locatie op het noordelijk of zuidelijk halfrond gaat.
  • Je kunt de klimaatzones van Köppen herkennen aan een klimaatgrafiek. 
  • Je kent de belangrijkste kenmerken van de klimaten van Köppen.
  • Je kunt uitleggen waarom bij de droge klimaten (B en E) geen kleine letter wordt toegevoegd.
Köppensysteem:                     1e letter                                                                                    2e letter

Slide 10 - Slide

Zet de eerste letter van het köppen systeem in de legenda
A
B
C
D
E

Slide 11 - Drag question

Waarom is deze grafiek
gemeten op het zuidelijk
halfrond?
A
Juni is de natste maand
B
Het wordt amper onder de 10 graden
C
De warmste maand is in februari
D
Dit kun je niet uit de grafiek opmaken

Slide 12 - Quiz

Af
Df
EH
BW
BS
Cs

Slide 13 - Drag question

Leerdoelen Module 4 Landschapzones
  • Je kent de zes landschapszones op aarde.
     
  • Je kent de belangrijkste kenmerken van de zes landschapszones op aarde.
     
  • Je kunt verklaren dat hoe het
    overgangsgebied van de tropische naar aride zone ontstaat.
      
  • Je kunt verklaren dat het grensgebied tussen de aride en meer gematigde zone wordt gevormd door de steppegebieden.

Slide 14 - Slide

Wat ligt er tussen het tropisch regenwoud en de woestijn?
A
Toendra
B
Gematigde zone
C
Savanne
D
Steppe

Slide 15 - Quiz

Welke van deze 4 plaatsen ligt in de aride zone (gebruik evt. googlemaps)
A
Jakarta
B
Singapore
C
Miami
D
Dubai

Slide 16 - Quiz

In welke zone zijn loofbomen kenmerkend?
A
Boreale zone
B
Gematigde zone
C
Toendra
D
Subtropische zone

Slide 17 - Quiz

In welke zone zijn naaldbomen kenmerkend?
A
Boreale zone
B
Gematigde zone
C
Toendra
D
Polaire zone

Slide 18 - Quiz

Combinatie van module 1 + 4:
Welke klimaatfactoren zijn meest bepalend voor de klimaatzone in Nederland?

Slide 19 - Open question

Dit was 'em.
Vragen?

Succes volgende week
met de toets!

Slide 20 - Slide