5V SNE 2021 Redox herhaling H11 les 2

H11 Redoxreacties @ SNE
herhaling redox reacties les 2
Binas 48
opstellen redoxreacties zonder Binas
rekenen aan redox
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H11 Redoxreacties @ SNE
herhaling redox reacties les 2
Binas 48
opstellen redoxreacties zonder Binas
rekenen aan redox

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

deel 2 : wat herhalen (vast nog steeds roestig...)
  • Zorg dat je Binas tabel 48 bij de hand hebt
  • Pen, papier en rekenmachine ook altijd handig bij scheikunde

De toets is meerkeuze. Dit is niet gemakkelijker...
Vandaag een aantal meerkeuze voorbeelden in de LessonUp.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je een halfreactie kloppend in een zuur milieu?
Bv
Sb₂O₃ → Sb
A
Met e-
B
Met e- en O²‾
C
Met e- en H⁺ en O₂
D
Met e- en H⁺ en H₂O

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Maak de volgende halfreactie kloppend: Sb₂O₃ → Sb

(laat sub en superscript weg of gebruik
voor bijv Sb³⁺ Sb^3+ of O₂ O_2)

Slide 4 - Open question

Sb2O3 + 6H+ +6e- -> Sb + 3 H2O
Hoe kun je de volgende halfreactie kloppend maken?
Fe²⁺ → Fe₂O₃
A
Met e- en H⁺ voor de pijl en H₂O na de pijl
B
Met 2e- en 3H⁺ voor de pijl en 6H₂O na de pijl
C
3H₂O voor de pijl en 2e- en 6H⁺ na de pijl
D
3H₂O voor de pijl en 6e- en 6H⁺ na de pijl

Slide 5 - Quiz

2 Fe²⁺ + 3 H₂O → Fe₂O₃ + 6H⁺ + 2e-


toetsvraag: Reageert ClO₃‾ hierboven als OX of als red?
Hoeveel mol e- worden overgedragen per mol ClO₃‾ ?

ClO3→  Cl-
A
ClO₃‾ is oxidator 3 mol e- wordt overgedragen
B
ClO₃‾ is reductor 3 mol e- wordt overgedragen
C
ClO₃‾ is oxidator 6 mol e- wordt overgedragen
D
ClO₃‾ is reductor 6 mol e- wordt overgedragen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

oplossing bij:

toetsvraag: Reageert ClO₃‾ hierboven als OX of als red?
Hoeveel mol e- worden overgedragen per mol ClO₃‾ ?

eerst kloppend maken:   ClO₃‾ + 6e¯ + 6H+  →    Cl‾ + 3 H2O
e- staan vóór de pijl, dus  ClO₃‾ is de oxidator
er worden per mol  ClO₃‾ 6 mol elektronen overgedragen


ClO3→  Cl-

Slide 7 - Slide

This item has no instructions


In buis A: Koper(I)chloride wordt aan joodwater toegevoegd. 
In buis B: Vast jood wordt aan een oplossing van koper(II)chloride toegevoegd
Bij welke buis treedt een reactie op?
jood
joodwater = I₂ (aq)
vast jood is I₂ (s)
A
buis A
B
buis B
C
buis A èn B
D
geen van beiden

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

In buis A:  Cu+ (OX en red) , Cl- (red) en I2 (ox)
In buis B: Cu2+ (ox), Cl- (red) en I2 (ox)
A: sterkste ox I2 kan reageren  (V0=+0.54) met sterkste RED Cu+ (Vo=+0.15) 
ΔV=0.54-0.15 = 0.39 dus deze reactie verloopt.
B: sterkste ox I2 kan reageren  (V0=+0.54) met RED Cl- (Vo=+1.36) 
ΔV=0.54-1.36 = -0.82, deze reactie verloopt niet.


In buis A: Koper(I)chloride wordt aan joodwater toegevoegd.
In buis B: Jood wordt aan een oplossing van koper(II)chloride toegevoegd
Bij welke buis treedt een reactie op?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

rekenen met redox vragen
zorg dat je 
- de ladingen van de ionen kent
(of kunt vinden Binas 45A of 66B)
- de verandering van lading kunt beredeneren
- de halfreacties kunt opzoeken (Binas 48) en
optellen met juiste aantal e-

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Br₂ reageert met een oplossing met Cr³⁺-ionen.
Hoeveel mol elektronen worden
overgedragen per mol Br₂ ?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 11 - Quiz

Br2 + 2e-  → 2 Br-
per mol Br2 worden 2 mol elektronen overgedragen.

2 Zn (s) + OH‾ (aq) + Br₂ (aq) → 2 Zn(OH)₄²‾ (aq) + 2 Br‾ (aq)

Hoeveel mol elektronen worden
overgedragen per mol Zn atomen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

lading van Zn-ion in Zn(OH)₄‾ is 2+.
Zn --> Zn²⁺ + 2e- 
dus 2 mol e- per mol Zn
O₂ reageert met Aluminium in een aangezuurd milieu. Hoeveel elektronen neemt 1 mol O₂ op
én in welke verhouding reageren O₂ en Al?
(pittige vraag...)
A
1 mol O₂ neem 2 mol e- op en O₂ : Al = 3 : 4
B
1 mol O₂ neem 2 mol e- op en O₂ : Al = 2 : 1
C
1 mol O₂ neem 4 mol e- op en O₂ : Al = 3 : 4
D
1 mol O₂ neem 4 mol e- op en O₂ : Al = 2 : 1

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions


er staan twee opties met O₂ in Binas, de sterkste OX (hoogst!) is:
O₂ + 4 H⁺ + 4 e- → 2 H₂O          | x3
Al →  Al³⁺ + 3 e-                         | x4
per 1 mol O₂ worden 4 mol elektronen overgedragen
4e- moet met 3e- gelijkgesteld worden
3 O₂  : 4 Al 

O₂ reageert met Aluminium in een aangezuurd milieu.
Hoeveel elektronen neemt 1 mol O₂ op, én in welke verhouding reageren O₂ en Al?
schrijf uit!
deze vraag moet je dus helemaal uitschrijven als jet het 1-2-3 'ziet'.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions


36,00 mL van een 0,100 M oplossing van natriumsulfiet (Na2SO3) reageert net volledig met 
Y mL van een 0,100 M kaliumdichromaat oplossing, die aangezuurd is. 
De volgende reactie vindt plaats:

 Cr2O72–(aq) + 8 H+(aq) + 3 SO32–(aq) → 2 Cr3+(aq) + 4 H2O(l) + 3 SO42–(aq)

Hoe kun je uit de gegevens van deze bepaling afleiden hoe groot Y is?


A
Y = (36,00 x 10¯³ x 0,100) : 3
B
Y = (36,00 x 10¯³) : (3 x 0,100)
C
Y = 36,00 x 3
D
Y = 36,00 : 3

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Om het ethanol gehalte in wijn te bepalen wordt aan ontkleurde wijn 14,0 mL 0,500 aangezuurde kaliumdichromaat-oplossing toegevoegd. Ethanol C2H6O wordt hierbij omgezet in ethanal C2H4O
De volgende reactie treedt op:

Hoe kan het aantal mg ethanol worden berekend?


A
14,0 x 0,500 x 3 x 46,069
B
(14,00 x 0,500 x 46,069) : 3
C
(14,00 x 0,500 x 3) : 46,069
D
1(4,00 x 0,500) : (3 x 46,069)

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

afsluiten met een makkie?!

wat is waar?
I ionen van halogenen zijn meestal sterke oxidatoren
II metalen zijn meestal sterke reductoren
A
I juist II juist
B
I onjuist II juist
C
I juist II onjuist
D
I onjuist II onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

dusss...
- Binas 48 gebruiken
- kijk goed naar de stof/deeltje: Vast metaal of metaal-ion? 
Zout (ionen, Cl‾, I‾, etc) of moleculaire stof (Cl₂, Br₂, etc)?
- goed kijken wat de opties zijn = zoek de sterkste OX/RED
- nadenken over aantal elektronen en gelijk stellen
-moeilijke vraag? overslaan, later terugkijken!
- gebruik kladpapier!!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

je hebt nu een beetje een idee bij 
het niveau van de toets.
dus goed oefenen zodat je je weg in Binas een beetje kent!

succes!!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten om te maken deze week
Zie leerwijzer ELO voor vragen per leerdoel
Herhaling/opfrissen, kijk waar je aan toe bent:

11.1  : 3, 4, 5, 6, 7, uitdaging : 9
11.2 : 12, 13, 15, 17, 19 uitdaging : 18
11.3 : 24, 25, 26, 27, 28, 29, 31, 33 uitdaging : 30, 32, 34
11.4 : 36, 37, 38, 41, 43 uitdaging: 42, 44
documenten op ELO in mapje oefenen en flex

Slide 22 - Slide

This item has no instructions