5.3 en 5.4

5.3 en 5.4
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.3 en 5.4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Populisme in Nederland
5.3 Nederland na 1973
en
5.4 Veelkleurig Nederland

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

  1. Uitleg veranderingen
  2. filmpjes
  3. Opdracht sociale veranderingen
  4. Uitleg populisme

  • hoe de economie zich ontwikkelde vanaf 1973.
  • hoe de verzorgingsstaat werd beperkt.
  • hoe de samenleving veranderde (tot jaren 1990).
  • wat in 1983 veranderde in de grondwet.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

  1. Uitleg economie na 1970
  2. filmpje
  3. Opdracht sociale veranderingen

  • hoe de economie zich ontwikkelde vanaf 1973.
  • hoe de verzorgingsstaat werd beperkt.
  • hoe de samenleving veranderde (tot jaren 1990).
  • wat in 1983 veranderde in de grondwet.



Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Economie vanaf 1973
Eindeloze economische groei stopt in 1973
  • Oliecrisis van 1973
  • Kosten van lonen en uitkeringen
    stijgen waardoor producten duur zijn
  • Grote werkeloosheid door
    automatisering
    en verdwijnen
    industriebedrijven naar lagelonen-
    landen

Autoloze zondag 1973-1974

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Ups and downs
Na 1985 weer economisch herstel, zelfs groei in de mid jaren 1990
  • Industrie minder belangrijk, nu focus op dienstensector dit noem je een postindustriële samenleving
Opkomst computers en mobiele telefoons zorgen voor ontstaan informatiemaatschappij: mensen gebruiken veel ICT in hun werk en vrije tijd wat de economie zou laten groeien
... maar dat was niet zo
Economische crisis 2008: veel banen verdwijnen, tijdelijke banen en lage lonen
link

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Economische en sociale veranderingen
Lees paragraaf 5.3 en beantwoord de vragen.
  1. Leg uit hoe de regering reageerde op de stijgende kosten van de verzorgingsstaat en vergelijk deze met de reactie van de bevolking.
  2. Leg uit wat een participatiesamenleving is. Hoe verschilt een participatiesamenleving van een verzorgingsstaat?
  3. Leg uit hoe een pluriforme samenleving bijdroeg aan sociaal-culturele veranderingen.
  4. Lees nog een keer je antwoord bij vraag 3. Leg uit hoe deze veranderingen alleen konden gebeuren in een ontzuilde samenleving.
  5. Verklaar het toenemend conservatisme van de jaren 1990. Wat was hun grootste punt van kritiek?
  6. Leg uit hoe zowel de SP (Socialistische Partij, links) en Pim Fortuyn (LPF, rechts) konden opkomen in dezelfde periode. Leg per groep hun standpunten uit.
  7. Zoek Artikel 1 op van de grondwet. Leg uit hoe deze wet laat zien dat vrijheid van meningsuiting een grens heeft.
  8. Leg uit wat sociale grondwetten zijn. Geef een voorbeeld van zo'n sociale grondwet.

Slide 7 - Slide

Populisme
  • Als iemand de kant van het volk kiest en zich afzet tegen de heersende elite.
  • 'Populair' onder het volk
  • Is populisme gevaarlijk?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Link

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Arbeidsmigranten
Gastarbeiders komen vanaf 1950 tijdelijk naar Nederland om de wederopbouw te ondersteunen.
  • Eerst veelal uit Italië, getrouwde mannen
  • Minder arbeidsmigranten na 1973 door economie
  • Ook geen migranten meer uit niet-EEG-landen; dus veel blijvers
  • Integratie moeilijk door grote verschillen in cultuur

Hoe reageert het populisme op deze veranderingen?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

This item has no instructions

De multi-etnische samenleving
Vanaf 1945 enorme migratiestroom richting Nederland door verschillende push and pull factoren
  • Push: redenen om te vertrekken
  • Pull: Aantrekking om te blijven
Nederlandse overheid moedigt assimilatie aan.
Bij Indonesiërs en Antillianen ging dit soepel, bij de Molukse immigranten niet.
Lees 5.4 'Uit voormalige kolonies' en leg uit waarom deze verschillen zo groot zijn.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions