Pallas 20B-2

Wat is de determinatie van:
λύθητε
A
2e pl ind aor P
B
2e pl conj aor P
C
2e pl imp aor P
D
Deze vorm bestaat niet
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat is de determinatie van:
λύθητε
A
2e pl ind aor P
B
2e pl conj aor P
C
2e pl imp aor P
D
Deze vorm bestaat niet

Slide 1 - Quiz

Wat is de 3e pl ind aor M
A
λύσανται
B
ἐλύσανται
C
λύσαντο
D
ἐλύσαντο

Slide 2 - Quiz

Wat is determinatie van:
λυσαν
A
ptc nom+acc sg aor A
B
ptc acc sg f aor A
C
3e sg ind aor A
D
3e pl ind aor A

Slide 3 - Quiz

Wat is de infinitivus aor m?
A
λύσθαι
B
λύθεσθαι
C
λύσασθαι
D
λύεσθαι

Slide 4 - Quiz

Wat is de 2e sg conj prae A?
A
λύῃς
B
λυῃ
C
λύσῃ
D
ἔλυῃ

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis van:
ὡς+conj
A
opdat, om te
B
omdat
C
als, indien
D
naar beneden

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van:
ἀληθῶς
A
opdat, om te
B
werkelijk, echt
C
lang geleden
D
gemakkelijk

Slide 7 - Quiz

Wat is de betekenis van:
ῥᾳδίως
A
opdat, om te
B
vroeger
C
lang geleden
D
gemakkelijk

Slide 8 - Quiz

Wat is de betekenis van:
ἐάν+ conj
A
opdat, om te
B
opdat niet, om niet te
C
als, indien
D
gemakkelijk

Slide 9 - Quiz

Wat is de betekenis van:
ὁ θυμός
A
de wedstrijd
B
hart, gemoed
C
de boog
D
de inspanning

Slide 10 - Quiz

Wat is de betekenis van:
τὸ σῆμα
A
de wedstrijd
B
het teken
C
de boog
D
de bijl

Slide 11 - Quiz

vraag 7 λίθου (r.12):
welke genitivus is gebruikt?
A
als aanvulling bij ww
B
als aanvulling bij bijvnw
C
comperationis
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 12 - Quiz

vraag 8 μὴ ...μέμψῃ:
Welke conjunctivus is gebruikt?

A
finalis/van doel
B
adhortativus/aansporing
C
dubitativus/twijfel
D
pohobitivus/verbod

Slide 13 - Quiz

vraag 9 τί ποιήσω:
hoofd- of bijzin?
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 14 - Quiz

Welke gebruik van de conjunctivus tref je hier aan?
A
finalis/van doel
B
adhortativus/aansporing
C
prohibitivus/verbod
D
dubitativus/twijfel

Slide 15 - Quiz

vraag 10: Welke gebruik van de conjunctivus tref je hier aan?
A
finalis/van doel
B
adhortativus/aansporing
C
prohibitivus/verbod
D
dubitativus/twijfel

Slide 16 - Quiz

vraag 11: Welke gebruik van de conjunctivus tref je hier aan?
A
finalis/van doel
B
adhortativus/aansporing
C
prohibitivus/verbod
D
dubitativus/twijfel

Slide 17 - Quiz