Klas 3 - §1.3 - Faseveranderingen - LHE

§1.3 - Faseveranderingen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

§1.3 - Faseveranderingen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen §1.3 - Faseveranderingen  
- Je kunt drie fasen opnoemen waarin stoffen kunnen voorkomen.
- Je kunt schematisch de fasen en faseovergangen weergeven.
- Je kunt omrekenen tussen graden Celsius en Kelvin.
- Je kunt uitleggen hoe je kan aantonen of een stof zuiver is of een mengsel.

Slide 2 - Slide

Stoffen kunnen in 3 fasen voorkomen
  • Vast: (s)                      (s komt van "solid")
  • Vloeibaar : (l)           (l komt van "liquid")
  • Gas: (g)                       (g komt van "gas")




Slide 3 - Slide

Stoffen kunnen in 3 fasen voorkomen
  • Vast: (s)                      (s komt van "solid")
  • Vloeibaar : (l)           (l komt van "liquid")
  • Gas: (g)                       (g komt van "gas")


Let op! Waterdamp / stoom noteren we als volgt:      water (g)
Hoe noteer je IJS? 

Slide 4 - Slide

Voorkennis:
Welke fase bij kamertemperatuur?
Gas
Vast
Vloeibaar
Zuurstof
Steenkool
Appelsap
Koolstofdioxide
Zwarte peper
Inkt
Waterstof
Glas
Kwik
Chloor
Goud

Slide 5 - Drag question

Fasen en temperatuurlijn
Wanneer zit een stof in een bepaalde fase?

  • Boven het kookpunt = gas
  • Tussen kook- en smeltpunt = vloeistof
  • Onder het smeltpunt = vast 

Slide 6 - Slide

Faseveranderingen
Fasedriehoek
(Je moet de faseovergangen uit je hoofd kennen)

Slide 7 - Slide

Faseveranderingen
Faseovergang schematisch weergeven
Bijvoorbeeld het verdampen van water
Notatie: 
H2O (l)       H2O (g)

Slide 8 - Slide


Zonder spieken :)

Faseverandering 1 is:

A
verdampen
B
sublimeren
C
stollen
D
condenseren

Slide 9 - Quiz


Faseverandering 3 is
A
rijpen
B
smelten
C
verdampen
D
stollen

Slide 10 - Quiz

Een nieuwe 'temperatuur'
Temperatuur drukken we meestal uit in °C  (eenheid).

In Amerika gebruiken ze een andere temperatuurschaal....


Slide 11 - Slide

Een nieuwe 'temperatuur'
In de wetenschap wordt Kelvin (K) gebruikt.

  • 0 K   (absolute nulpunt)

  • 273 K 


Slide 12 - Slide

Omrekenen
Formule voor omrekenen:
Kelvin  =  Celsius  +  273

Slide 13 - Slide

De ruisende vlam van de brander kan tot wel 1500°C heet worden. Hoeveel K is dit?

Slide 14 - Open question

Wat is het koudste?
A
10 graden celsius
B
273 kelvin
C
200 kelvin
D
-10 graden Celsius

Slide 15 - Quiz

Zelfstandig werk 1.3
  1. Maak de huiswerkopgaven:
  • 3H: 29 t/m 34      
  • 3V: 28 t/m 30, 32 t/m 36abc

    2. Kijk de opgaven §1.2 van zojuist na via Classroom.

    3. Eerder klaar? Doe de vaardighedentrainer Online of maak de reken oefensommen op Classroom.

Vragen? Na 5 min kan ik ze beantwoorden.

Slide 16 - Slide

Zuivere stof en mengsel
(herhaling) Zuivere stof: 
  • bestaat uit maar één soort stof
    (één soort moleculen)

(herhaling) Mengsel:
  • meerdere verschillende soorten stoffen
     (meerdere soorten moleculen)

Slide 17 - Slide

Hoe bepaal je of iets een mengsel of zuivere stof is?

Laat de stof smelten, stollen of verdampen

  • als het een zuivere stof is: blijft de temperatuur hetzelfde bij de faseverandering

  • als het een mengsel is dan:  dan verandert de temperatuur tijdens de faseverandering

Slide 18 - Slide

Zuivere stof:
zuivere stoffen hebben een 
smeltpunt en 
kookpunt

Slide 19 - Slide

Mengsel:

mengsels hebben een smelttraject en kooktraject

Hierbij verandert de temperatuur tijdens de faseverandering.


Slide 20 - Slide

Het kookpunt van alcohol is 78 graden Celsius, hoeveel kelvin is dit?
A
-193 K
B
351 K
C
-95 K
D
251 K

Slide 21 - Quiz

Het kookpunt van koper is 2843 K hoeveel graden Celsius is dat?
A
3116 graden Celsius
B
2670 graden Celsius
C
2570 graden Celsius
D
3016 graden Celsius

Slide 22 - Quiz

Wat is het absolute nulpunt?
A
0 K
B
273 K
C
-273 K
D
0 graden Celcius

Slide 23 - Quiz


Welke stof wordt er hier verwarmd?
Zuivere stof
of
Mengsel
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 24 - Quiz


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


IJzer
A
A
B
B

Slide 25 - Quiz


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Tandpasta
A
A
B
B

Slide 26 - Quiz


Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:


Sinaasappelsap
(zonder pulp)
A
A
B
B

Slide 27 - Quiz

Zelfstandig werk 1.3
  1. Maak de huiswerkopgaven:
  • 3H: 29 t/m 34, 36 t/m 39       
  • 3V: 28 t/m 30, 32 t/m 39

    2. Kijk de opgaven §1.2 van zojuist na via Classroom.

    3. Eerder klaar? Doe de vaardighedentrainer Online of maak de reken oefensommen op Classroom.

Vragen? Na 5 min kan ik ze beantwoorden.

Slide 28 - Slide

Leerdoelen §1.3 - Faseveranderingen  
- Je kunt opnoemen in welke drie fasen stoffen kunnen voorkomen.
- Je kunt schematisch de fasen en faseovergangen weergeven.
- Je kunt opnoemen wat de zes faseovergangen zijn.
- Je kunt omrekenen tussen graden Celsius en kelvin.
- Je kunt uitleggen met welk experiment je kan aantonen of een stof zuiver is of een mengsel

Slide 29 - Slide