Qu'est-ce qu'on a besoin pour la répétition? écris une invitation pour une journée sportive (sportdag):
1 Vertel voor wie je de sportdag organiseert
2 Vertel wanneer je de sportdag organiseert.
3 Vertel/vraag wanneer jullie elkaar zien.
4 Vertel hoe laat jullie elkaar zien.
5 Vertel wat jullie gaan doen.