This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Samenstellingen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Doelen
Je weet wat een samenstelling is.
Je kan de woorden in een samenstelling herkennen.
Je weet hoe je een samenstelling schrijft, zelfs wanneer de uitspraak ervan misleidend is.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
Samenstelling
Een woord dat bestaat uit twee of meer kleinere woorden,
heet een samenstelling.
Bijvoorbeeld:
Voetbalwedstrijd
Slide 3 - Slide
Voetbalwedstrijd bestaat uit voetbal en wedstrijd, maar voetbal bestaat weer uit voet en bal. Deze samenstelling bestaat dus uit 3 woorden!
Uit welke woorden bestaat de samenstelling:
rugzak
Slide 4 - Open question
This item has no instructions
Uit welke woorden bestaat de samenstelling:
tandpasta
Slide 5 - Open question
This item has no instructions
Uit welke woorden bestaat de samenstelling:
sneeuwpret
Slide 6 - Open question
This item has no instructions
Uit welke woorden bestaat de samenstelling:
secondewijzer
Slide 7 - Open question
This item has no instructions
Hoe schrijf je het?
Je schrijft de woorden in een samenstelling
aan elkaar. Zonder spatie of streepje.
Let op!
Soms kan een woord anders klinken in een samenstelling.
Toch blijft de spelling van het woord hetzelfde.
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Bijvoorbeeld
Postbode klinkt soms als */posbode/: de t van post valt weg in de uitspraak van de samenstelling.
Toch schrijf je postbode omdat het woord een samenstelling is van de woorden post en bode.
Slide 9 - Slide
Een bode is iemand die voor zijn beroep iets rondbrengt.
Schrijf de samenstelling op:
+
Slide 10 - Open question
Handtas klinkt soms als */hantas/: de d van hand valt weg in de uitspraak. Toch schrijf je handtas omdat het woord een samenstelling is van hand en tas.
Schrijf de samenstelling op:
+
Slide 11 - Open question
In kerkklok hoor je de laatste k van kerk of de eerste k van klok niet. Toch schrijf je kerkklok omdat het woord een samenstelling is van kerk en klok.
Schrijf de samenstelling op:
Slide 12 - Open question
Tandpasta klinkt soms als */tampasta/: hierbij mist niet alleen een letter in de uitspraak, maar veranderen ze zelfs naar een andere letter. Toch schrijf je tandpasta, omdat het woord een samenstelling is van tand en pasta.
Stilstaan bij hoe het gaat
Slide 13 - Slide
Welke vragen heb je nog? Die kun je in het volgende scherm noteren.