verhoudingen malmberg

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Verhoudingen oefentoets

gebruik een rekenmachine

Een fiets kost 125 euro je krijgt vandaag 20% korting wat moet je betalen?

1. 250 euro
2. 100 euro
3. 25 euro
4. 105 euro

uitleg:

125,- :100 x 20 =25 euro

125-25=100 euro

een telefoon kost normaal 300 euro.
maar op black friday 210 euro.
hoeveel % korting krijg je dan?

1. 70%
2. 90%
3. 30%
4. 33,3%

uitleg

300-210=90 euro korting

deel/totaalx100%

90/300x100%=30%

de scooter kost nu 1200 euro je hebt 25% korting gekregen omdat er een kras op zat. Wat was de oorspronkelijke prijs?

1. 300 euro
2. 1500 euro
3. 900 euro
4. 1600 euro

100%-25%=75%

1200,00=75%

1200:75x100=1600,-

1000 mensen gaan naar een popconcert.
2 van de 5 is een man
Hoeveel vrouwen gaan er naar het concert?

1. 400 vrouwen
2. 600 vrouwen
3. 500 vrouwen
4. 250 vrouwen

uitleg

2/5 is man dus 3/5 is vrouw

1/5  van 1000 mensen is 1000:5=200 mensen

3/5 is 3 x 200= 600 vrouwen

800 mensen worden ondervraagd.
Een kwart van de ondervraagden is een vrouw.
10 % van de mannen zijn ontevreden. Hoeveel mannen zijn ontevreden?

1. 600 mannen
2. 20 mannen
3. 60 mannen
4. 200 mannen

uitleg

een kwart is 1/4 van 800=800 : 4=200 vrouwen

dus 800-200= 600 mannen

10% van de mannen is ontevreden dus 600:100x10= 60 mannen zijn ontevreden

welke kaas is goedkoper:
A: 9 euro per 0,75 kg
B: 6 euro per 450 gram

1. 9 euro per 0,75 kg
2. 6 euro per 450 gram

uitleg

A:0,75 kg= 750 gram kost 9,- dus voor 3 euro krijg je 250 gram

B:6 euro voor 450 gram dus voor 3 euro krijg je 225 gram

Dus bij A krijg je het meeste voor 3 euro

De prijs inclusief 21% btw is €10,-
Wat is de prijs exclusief btw?

1. € 8,26
2. € 2,10
3. € 12,10
4. € 7,90

uitleg

prijs inclusief btw is 100% + 21%= 121%

€ 10,-=121%

prijs exclusief btw is 100% dus € 10,- : 121 x 100= € 8,26

einde ga verder met rekenblokken :)