TaalactiefSpelling blok 3, les 1: c die klinkt als s

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Spelling

woorden met een 'c'

woorden met 's'

Wat leren we vandaag?

We leren woorden met een ~c~ die klinkt als /s/  spellen.

Even nadenken...

Kun jij een regel verzinnen om te weten of je een woord met een c of met een s moet schrijven? 

Helaas bestaat er geen regel... 

Woorden die je met een c schrijft die klinkt als een s zijn weetwoorden. 

Je moet deze woorden goed onthouden!

instructie  C= S  

1.Hij drinkt graag citroensap. Waarom wordt de C als een S uitgesproken ? Omdat er achter de C een I staat.

2. We volgen het bord richting het centrum. Waarom wordt de C als een S uitgesproken ? Omdat er achter de C een E staat. 

3. Je krijgt een cijfer voor je optreden. Waarom wordt de C als een S uitgesproken ? Omdat er achter de C een IJ staat

Dus : C=S voor E en C=S voor I. 

vervolg instructie

Dus : C=S voor E , C=S voor I en C=S voor IJ

CVB vragen 

Eerst allemaal nadenken

Hoe worden de volgende woorden uitgesproken ?

componist , circus, cent, club 

c klinkt als s

centen

camera

citroen

cijfer

dictee

c klinkt als s

lesdoel navragen schoudermaat

• Wat is het doel van de les? 
• Met welke woorden moet je oppassen ?
• Bedenk samen en schrijf op je wisbordje met je schoudermaatje een woord die klinkt als S maar je schrijft een C

opdracht "wandeldictee"

 je antwoord blad blijft op tafel.

-loop samen met je duo naar een kaartje dat ergens in de klas of op de gang hangt.

-laat elkaar het kaartje zien en bedenk samen hoe je het moet schrijven.

- loop samen terug naar je tafel en schrijf het woord op, daarna ga je naar het volgende woord. Je schrijft om de beurt.

- wandel zo vaak mogelijk.

Goed gedaan! 

Dan nu tijd voor een leuke quiz.... 

Ik ben heel benieuwd hoeveel vragen jullie goed beantwoorden!

Welk woord is fout geschreven?

1. cirkel
2. cent
3. cip
4. circus

Welk woord is fout geschreven?

1. sinaasappel
2. cimpel
3. lucifer
4. centimeter

Welk woord is fout geschreven?

1. oceaan
2. procent
3. provincie
4. presies

Vul in lu...ifer

1. c
2. s

Vul in ...enctrale

1. c
2. s

Vul in ...ip

1. c
2. s

Vul in ...itroen

1. c
2. s

Vul in ...impel

1. c
2. s

Dat was het! Goed gedaan!

Nu ben ik benieuwd...

Hoe ging deze les bij jou?

1. Heel erg goed!
2. Prima.
3. Mwah... Niet best.
4. Helemaal niet goed...

Thema 3, week 1, les 2

Ga zelfstandig aan de slag met de */** opdrachten!

Klaar?

Lezen uit je leesboek!