This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Alle Europese landen waarnaar je zonder paspoortcontrole kunt reizen
A
Mainport
B
Europese unie
C
Schengenlanden
D
Infrastructuur
Slide 1 - Quiz
Welk kenmerk van de EU hoort bij welk voordeel? Maak de juiste combinaties.
I. Europese samenwerking
II. Arbeids- en afzetmarkt van ongeveer 500 miljoen mensen.
III. Geen beperkende tarieven en bepalingen.
A. vrij verkeer van personen, goederen en diensten.
B. Vrede en stabiliteit.
C. Meer welvaart.
Slide 2 - Drag question
Welk Europees orgaan kun je vergelijken met de Tweede Kamer?
A
Europese Commissie
B
Europees Parlement
C
Europese Raad van Ministers
D
Europese Raad
Slide 3 - Quiz
Geef twee oorzaken/redenen waarom de Europese identiteit vrij klein is.
Slide 4 - Open question
Stelling: de Europese identiteit ontwikkelt zich beter en sneller door het Coronavirus.
Slide 5 - Open question
Lees de stellingen over het conflict in Noord-Ierland tussen katholieken en protestanten:
1: De republikeinse katholieken wilden dat Noord-Ierland bij Ierland ging horen; de protestanten wilden een unie met het Verenigd Koninkrijk. 2: De IRA was een geweldloze organisatie die wilde dat Noord-Ierland zich afscheidde van het Verenigd Koninkrijk.
A
Stelling 1 en 2 zijn allebei juist.
B
Stelling 1 is juist en stelling 2 is niet juist.
C
Stelling 1 is niet juist en stelling 2 is juist.
D
Stelling 1 en 2 zijn allebei niet juist.
Slide 6 - Quiz
Bij de 'brexit' spelen gevoelens over de bedreiging van identiteit een rol. Welk begrip past hier het beste bij?
A
lokalisme
B
regionalisme
C
nationalisme
D
separatisme
Slide 7 - Quiz
Wat zijn de zogenaamde 'murals' die je in Belfast tegenkomt? Welke antwoord hoort er niet bij!
A
graffiti met een positief toekomstbeeld voor Noord-Ierland
B
muurschilderingen over de strijd van de IRA
C
komische afbeeldingen van stripfiguren
D
schilderingen met helden, geweren en geweld op muren in Belfast
Slide 8 - Quiz
Het streven van een bevolkingsgroep naar een eigen, onafhankelijke staat noem je:
A
lokalisme
B
separatisme
C
nationalisme
D
regionalisme
Slide 9 - Quiz
Terrorisme =
A
Het ontvoeren van mensen om een groot bedrag aan losgeld te kunnen vragen.
B
Het niet accepteren van een bevolkingsgroep door een groep met andere identiteit.
C
Het gebruik van geweld om een politiek doel te bereiken.
D
Het streven naar zelfstandigheid op regionale schaal van een groep.
Slide 10 - Quiz
Verklaar de term 'brexit'.
Slide 11 - Open question
Europese Commissie
Raad van de EU
Europees Parlement
Bestaat uit ministers van een bepaald onderwerp, beslist over voorstellen van de Commissie
Regering van Europa
Controleert of de Europese Commissie haar werk goed doet
Slide 12 - Drag question
Alle Europese landen waarnaar je zonder paspoortcontrole kunt reizen
A
Mainport
B
Europese unie
C
Schengenlanden
D
Infrastructuur
Slide 13 - Quiz
In welk jaar werd de Europese Unie (EU) opgericht?
A
1956
B
1993
C
1995
D
2002
Slide 14 - Quiz
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Belasting die een land heft op goederen die worden geïmporteerd.
A
Subsidies
B
Vestigingsplaatsvoordelen
C
Ruilvoetverslechtering
D
Importheffing
Slide 15 - Quiz
welke Europese gemeenschap werd als eerst opgericht ?
A
EGKS
B
EEG
C
GLB
D
de EU
Slide 16 - Quiz
Wat was er in 1957.
A
EGKS
B
Verdrag van schengen
C
EEG
D
EU
Slide 17 - Quiz
Welk kenmerk van de EU hoort bij welk voordeel? Maak de juiste combinaties.
I. Europese samenwerking
II. Arbeids- en afzetmarkt van ongeveer 500 miljoen mensen.
III. Geen beperkende tarieven en bepalingen.
A. vrij verkeer van personen, goederen en diensten.
B. Vrede en stabiliteit.
C. Meer welvaart.
Slide 18 - Drag question
De PVV wil dat Nederland uit de EU gaat. De PVV vindt dat Nederland niet meer soeverein is. Wat bedoelt de PVV hier mee?
Slide 19 - Open question
Een voordeel is dat het klimaatprobleem beter aangepakt kan worden. Leg dit uit.
Slide 20 - Open question
Wat is de Eurozone?
A
Alle EU-lidstaten die de euro niet gebruiken
B
Alle EU-lidstaten die die euro wel gebruiken
C
Alle landen die rond de EU liggen
Slide 21 - Quiz
Welk Europees orgaan kun je vergelijken met de Tweede Kamer?
A
Europese Commissie
B
Europees Parlement
C
Europese Raad van Ministers
D
Europese Raad
Slide 22 - Quiz
Welk Europese organen controleren de Europese Commissie?
A
Europese Commissie
B
Europees Parlement
C
Europese Raad van Ministers
D
Europese Raad
Slide 23 - Quiz
Waarom is de EGKS/EEG opgericht?
Slide 24 - Open question
Alle Europese landen waarnaar je zonder paspoortcontrole kunt reizen
A
Mainport
B
Europese unie
C
Schengenlanden
D
Infrastructuur
Slide 25 - Quiz
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Belasting die een land heft op goederen die worden geïmporteerd.
A
Subsidies
B
Vestigingsplaatsvoordelen
C
Ruilvoetverslechtering
D
Importheffing
Slide 26 - Quiz
welke Europese gemeenschap werd als eerst opgericht ?
A
EGKS
B
EEG
C
GLB
D
de EU
Slide 27 - Quiz
Wat was er in 1957.
A
EGKS
B
Verdrag van schengen
C
EEG
D
EU
Slide 28 - Quiz
Wat is de Eurozone?
A
Alle EU-lidstaten die de euro niet gebruiken
B
Alle EU-lidstaten die die euro wel gebruiken
C
Alle landen die rond de EU liggen
Slide 29 - Quiz
Welk Europese organen controleren de Europese Commissie?
A
Europese Commissie
B
Europees Parlement
C
Europese Raad van Ministers
D
Europese Raad
Slide 30 - Quiz
Welke identiteit(en) is belangrijker?
A
Europees
B
Lokaal
C
Nationaal
D
Wereld
Slide 31 - Quiz
Geef twee oorzaken/redenen waarom de Europese identiteit vrij klein is.
Slide 32 - Open question
Op welke manier kan de Europese identiteit wel ontwikkelt worden?
Slide 33 - Mind map
Stelling: de Europese identiteit ontwikkelt zich beter en sneller door het Coronavirus.
Slide 34 - Open question
Noem 3 kenmerken die Europeanen bij Europa/EU vinden horen
Slide 35 - Mind map
Wat is het verband tussen een toename van de Europese identiteit en nationalisme?
Slide 36 - Open question
Voel jij je wel eens Europeaan? Zo ja, wanneer dan? Zo niet, waarom niet?
Slide 37 - Open question
In welk deel zal de Europese identiteit het grootst zijn?