This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Fictie les 2
Slide 1 - Slide
Programma
- Welkom
- Doelen
- Instructie
- Aan het werk
- Evaluatie
Slide 2 - Slide
Doelen
Aan het einde van de les
- weet je wat de setting van een verhaal is en hoe deze vormgegeven kan worden
- weet je wat de termen 'tijd', 'vertelvolgorde' en 'verteltempo' inhouden
- kun je de theorie toepassen
Slide 3 - Slide
Setting en sfeer
Setting = tijd + ruimte.
Tijd: kan 2 dingen inhouden, namelijk: tijd waarin het verhaal zich afspeelt of de vertelde tijd. Sommige verhalen zijn bewust tijdloos.
Tijd waarin het verhaal zich afspeelt zichtbaar door: * noemen jaartal, *voorkomen van historische figuren/gebeurtenissen, * beschrijven van de ruimte met kenmerkende gebouwen, gebruiken of voorwerpen.
Slide 4 - Slide
Ruimte en sfeer
Ruimte = alles wat te maken heeft met plaatsen (steden, kamer, huis, buiten).
Manier van beschrijven ruimte, kan een bepaalde sfeer oproepen (positief of negatief).
Slide 5 - Slide
Tijd, vertelvolgorde, tempo
Vertelde tijd: tijd die in een verhaal voorbij gaat. Kan chronologisch (op normale volgorde) zijn met toevoeging van
- terugverwijzing: gedachte aan iets wat eerder gebeurd is
- vooruitwijzing: mededeling over een latere gebeurtenis / gedachte van angst of hoop voor de toekomst
Slide 6 - Slide
Tijd, vertelvolgorde, tempo
Niet-chronologisch (andere volgorde) door bijv.
-flashback: verhaal springt terug in de tijd
Tijdsprong: de schrijver slaat tijd over om het verhaal sneller te maken.
Slide 7 - Slide
Opdracht
Lees het verhaal van fictie blok 3, blz. 115 - 1 19, in stilte.
Slide 8 - Slide
Opdracht
1. Beschrijf de hoofdpersoon uitgebreid (zie theorie blok 1)
2. Kies twee andere personages en geef aan wat de relatie is tussen de hoofdpersoon en dit personage.
3. Geef aan of dit verhaal realistisch is en waarom.
4. Noteer het verhaalperspectief.
5. Welke manieren van spanning worden gebruikt?
6. Vertel wat je weet over 'tijd' in dit verhaal.
Slide 9 - Slide
Aan het werk
Wat? Opdr. 1 (vr. 1 t/m 3)
Hoe? Zelfstandig
Hulp? Vraag je duo of docent
Tijd? Ca. 15 minuten
Klaar? Leesboek
Uitkomst? Nakijken
Huiswerk? -
Slide 10 - Slide
Evaluatie
Aan het einde van de les
- weet je wat de setting van een verhaal is en hoe deze vormgegeven kan worden
- weet je wat de termen 'tijd', 'vertelvolgorde' en 'verteltempo' inhouden
- kun je de theorie toepassen
Slide 11 - Slide
Wat houdt 'vertelde tijd' in?
A
tijd waarin een verhaal zich afspeelt
B
tijd waarin een verhaal verteld wordt
C
of een verhaal chronologisch is verteld
D
vooruitwijzing en terugverwijzing
Slide 12 - Quiz
Wat houdt 'verteltijd' in?
A
de hoeveelheid tijd die nodig is om te lezen
B
tijd waarin een verhaal zich afspeelt
C
of een verhaal chronologisch is verteld
D
vooruitwijzing en terugverwijzing
Slide 13 - Quiz
Bij een 'vooruitwijzing' blijft het verhaal chronologisch verlopen
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
Bij een 'flashback' blijft het verhaal chronologisch verlopen
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Bij een 'tijdsprong' blijft het verhaal chronologisch verlopen