48 + 49. H5 3F Hoofd- en bijzaken

DEZE LES
1.  Lesdoelen
2. Theorie hoofdstuk 5 'Hoofd- en bijzaken'
3. Functie van een afbeelding of meer afbeeldingen bij de tekst
4. Functie van de mindmap
5. Opdrachten in Taalblokken
6. De volgende keer
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

DEZE LES
1.  Lesdoelen
2. Theorie hoofdstuk 5 'Hoofd- en bijzaken'
3. Functie van een afbeelding of meer afbeeldingen bij de tekst
4. Functie van de mindmap
5. Opdrachten in Taalblokken
6. De volgende keer

Slide 1 - Slide

1. LESDOELEN
- je weet wat een hoofdzaak is
- je weet wat (een) bijzaak is
- je kent de functie die een afbeelding kan hebben
- je kent de functie van een mindmap

Slide 2 - Slide

HOOFDSTUK 5: HOOFD- EN BIJZAKEN

Ga naar: Module - 3F Thema | Bouwstenen | H5 Reken je rijk | Hoofd- en bijzaken. 



Slide 3 - Slide

2. HOOFD- EN BIJZAKEN
Niet alle informatie in een geschreven of gesproken tekst is even belangrijk.

Hoofdzaken: beantwoordt wie-, wat-, waar-, wanneer- en hoe-vragen over het onderwerp. Hoofdzaken geven antwoord op één van die vragen (het Journaal). 
Bijzaken kan je weglaten, die geven extra informatie waar de tekst zonder kan (rtl 4).

Slide 4 - Slide

3. DE AFBEELDING
Functie 1: de aandacht trekken of vasthouden. 
→ Je wordt nieuwsgierig. 

Functie 2: de tekst ondersteunen of iets uitleggen wat in de tekst voorkomt. 
→ Je ziet iemand waar het in de tekst over gaat, of een tabel/grafiek met extra uitleg. Dit kan ook in een kader. 


Slide 5 - Slide

4. DE MINDMAP
Dit helpt enorm als je gestructureerd wilt schrijven. Dus weet je van jezelf dat je van jouw onderwerp afwijkt, bijvoorbeeld omdat je alles interessant vindt, maak dan een mindmap van tevoren. 

► Hoe dan? 
Je zet de hoofdzaken in de ene kolom en de uitweiding ervan, de bijzaken, met voorbeelden, anekdotes, etc. in de kolom ernaast. Je verdeelt het altijd onder in inleiding/kern/slot. 

Slide 6 - Slide

DE MINDMAP
► Wat komt er zoal in de mindmap?
- het onderwerp
- de hoofdgedachte (dus wat jij van het onderwerp vindt)
- de doelgroep (voor wie schrijf je dit eigenlijk?) → doelgroepgericht schrijven/spreken
- het tekstdoel. Wil je informeren? Amuseren? 

Dit lijkt op een schrijfplan, maar je kunt ook een mindmap maken. 

Slide 7 - Slide

5. OPDRACHTEN IN TAALBLOKKEN
► paragraaf 5.1 - de introductie met de leerdoelen lezen.

► paragraaf 5.2 (Lezen)
Maken: 2, 3abd, 4acd, 5ac, 6b, 12a, 13a, 14a, 15bc, 18, 23ce, 27cf. 




Slide 8 - Slide

5. OPDRACHTEN IN TAALBLOKKEN
►paragraaf 5.3 (Schrijven) - introductie lezen en de theorieën. 
Maken: 5cde, 6a, 9, 10, 12a, 13c

NB: van alle paragrafen leerlees je de woorden (woordtrainer) en de theorie. 


Slide 9 - Slide

5. OPDRACHTEN IN TAALBLOKKEN
►paragraaf 5.4 (Luisteren): introductie en theorieën. 
Maken: 3, 4, 5, 6ab, 7, 9a, 11, 12acd, 13b

►paragraaf 5.8: lesstof, woordtrainer, uitlegvideo's en de voorbereidingstoets. 'Versterk jezelf' is voor de liefhebber. 

NB: van alle paragrafen leerlees je de woorden (woordtrainer) en de theorie. 

Slide 10 - Slide

6. DE VOLGENDE KEER
Gaan we door met hoofdstuk 5. 


Slide 11 - Slide

EINDE VAN DE LES

Slide 12 - Slide