Semana 19 Unidad 3 Lección 2

¡BIENVENIDOS!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

¡BIENVENIDOS!

Slide 1 - Slide

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...

1. ... hablamos sobre las vacaciones praten we over de vakantie
2. ...aprendo a describir una casa (habitaciones, muebles...) leer ik een huis beschrijven (kamers, meubels, etc.)



Slide 2 - Slide

¿Qué tal las vacaciones de mayo?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Wat heb je gedaan
in de meivakantie?

Slide 4 - Mind map

Unidad 3 Mi familia
- Lección 1: La familia  V
- Lección 2: La casa   <--
- Lección 3: Describir un cuarto + tareas domésticas

- Viernes, el 2 de junio: PO Vlog Unidad 3 (1x)
- Semana de pruebas: Prueba Unidad 3 (1x)

Slide 5 - Slide

Habitaciones Kamers

Bekijk LT p 54 ej. 1. Zoek in de woordenlijst de Spaanse woordjes voor de zes kamers die je ziet bij opdracht 1. Noteer daarna de kamers die je ziet.

timer
2:00

Slide 6 - Slide

Describir tu casa Je huis beschrijven
Hay = er is / er zijn                     

Vivo en Delfzijl.                                  Ik woon in Delfzijl.
Vivo en una casa grande.             Ik woon in een groot huis.
En mi casa hay una cocina.        In mijn huis is er een keuken.
En mi casa hay 4 dormitorios.  In mijn huis zijn er 4 slaapkamers.

Slide 7 - Slide

Describir tu casa Je huis beschrijven
No hay = er is geen/ er zijn geen                     

En mi casa no hay una piscina.  In mijn huis is er geen zwembad.
En mi casa no hay ratones.          In mijn huis zijn er geen muizen.

Slide 8 - Slide

El dormitorio
Hay un dormitorio.
En el dormitorio hay una cama.
También hay una silla.

Slide 9 - Slide

El cuarto de baño
Hay un cuarto de baño.
En el cuarto de baño hay una ducha.
También hay un aseo.

Slide 10 - Slide

La cocina
Hay una cocina.
En la cocina hay una nevera.
También hay un microondas.

Slide 11 - Slide

El salón
Hay un salón.
En el salón hay un sofá.
También hay 2 lámparas.

Slide 12 - Slide

El balcón
Hay un balcón.
En el balcón hay flores.

Slide 13 - Slide

El jardín
Hay un jardín.
En el jardín hay sillas.
También hay una mesa.

Slide 14 - Slide

Beschrijf je eigen huis!
Pak je woordenlijst erbij en maak de volgende zinnen af.
En mi casa hay ............................ (noem minimaal 3 kamers).
En mi dormitorio hay .................... (noem minimaal 3 kamers).

Klaar? Ga aan de slag met de volgende opdrachten:
LE p 53-56 ejs 3, 4, 8

Slide 15 - Slide

Deberes Huiswerk
- Maken: LE p 53-56 ejs 3, 4, 8 + nakijken!
- Leren: woordenlijst "Las habitaciones de la casa" +
"Los muebles"   


Slide 16 - Slide

¡Hasta luego!

Slide 17 - Slide