1m: 4.5 woorden

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom 1m1 

Wat gaan we vandaag doen?

- Filmpje over een verhaal      (10 minuten)

- Uitleg  4.5 Woorden               (10 minuten)

- Aan de slag                                 (30 minuten)

- Afsluiting                                      (10 minuten)

Lezen 

d

Wat is het eos-project?

1. Een schoolproject
2. Dat moet je tijdens het lezen uitvogelen.
3. Een onderzoeksproject

Wie wordt er dood aangetroffen?

1. Herman Romond
2. Eos
3. Een journalist van dagblad Zuid

Waar wordt de journalist gevonden?

1. In een natuurgebied
2. Midden in de stad
3. In zijn woning
4. Op zijn werk

Wat zegt de politie over de dood van Herman?

1. Het is een natuurlijke dood
2. Het is een ongeluk

Wie is Mink?

1. De zoon van Herman
2. Een stagiair
3. Het neefje van Herman

Wie wil Daniël wel ontmoeten in dit verhaal?

1. De zoon van Herman
2. De partner van Herman
3. Het nichtje van Herman

Wat maakt het boek onweerstaanbaar?

1. Je wil de gebeurtenissen constant weten
2. Daniël leest altijd boeken in één keer uit
3. Het boek is niet onweerstaanbaar

Zou je dit boek willen lezen?

1. Ja
2. Nee

Leerdoel

Aan het eind van de les weet je hoe je omschrijvingen en begrippen herkent. 

Omschrijvingen en begrippen

• Moeilijke woorden worden in een tekst omschreven. 
• In schoolboeken staan ook lastige begrippen, maar die     begrippen zijn wel belangrijk. 
• Achter in je boek staan lastige schooltaalwoorden.

Wat zijn schooltaalwoorden?

1. Woorden die alleen bij het vak Nederlands worden gebruikt.
2. Woorden die docenten onderling gebruiken.
3. Woorden die leerlingen onderling gebruiken.
4. Woorden die bij elk vak worden gebruikt.

Kijken naar een tekst

Geef antwoord op de volgende vragen: 

• Hoe herken je de moeilijke woorden in de tekst? 
• Waar vind je de omschrijvingen van deze woorden terug? 

Aan de slag 

• Zelfstandig aan de slag. 
• Maken par. 4.5 opdr. 7,8, 10, 11, 12, 15,16 

Opdrachten bespreken

Aan het eind van de les weet je hoe je omschrijvingen en begrippen herkent.

Huiswerk

Opdr. 1, 2a, 2b, 3 t/m 6 van par. 4.5.