This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Ga je op de fiets naar school?
A
ja
B
nee
Slide 2 - Quiz
Wie heeft er in de meeste gevallen voorrang op de rotondes?
A
de fietsers
B
de automobilisten
C
degene die van rechts komt
D
degene die op de rotonde rijdt
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
Wat is het onderwerp van de tekst volgens jou?
Slide 5 - Open question
Het artikel 'Midden-Drenthe twijfelt over voorrang fietsers op rotonde' komt uit DvhN van vrijdag 15 mei. Aan welk woord in de titel zou je de tekstsoort kunnen herkennen?
A
Midden-Drenthe
B
twijfelt
C
fietsers
D
voorrang
Slide 6 - Quiz
Je zou de tekstsoort van 'Midden-Drenthe twijfelt over voorrang fietsers op rotonde' kunnen herkennen aan het woord 'twijfelt'. Wat voor tekstsoort kan dit woord aangeven?
A
Betoog
B
Informerende tekst
C
Activerende tekst
D
Beschouwing
Slide 7 - Quiz
Je krijgt de tekst weer te zien. De volgende vragen gaan over de meningen die in de tekst staan.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Hoeveel meningen lees je in de tekst?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 10 - Quiz
De tekst volgt nog een keer. Lees de meningen die in de tekst staan en bepaal of de meningen voor of tegen de voorrang voor fietsers op rotondes zijn.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Er worden in de tekst meer meningen genoemd tegen voorrang voor fietsers dan voor.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Vind je de tekstsoort nog steeds zuiver beschouwend?
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
De tekstsoort is een mengvorm. Het is een beschouwing met...
A
uiteenzettende elementen
B
betogende elementen
Slide 15 - Quiz
Ik snap nu waar ik op moet letten om te bepalen of en dan wat voor mengvorm een tekst is.
A
ja
B
nee
Slide 16 - Quiz
Lezen tot de bel gaat
Of, als je je boek al (bijna) uit hebt, maak je een presentatie voor de boeken speeddate.