Beantwoorden examenvragen

Beantwoorden examenvragen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Beantwoorden examenvragen

Slide 1 - Slide

Algemeen:
• Tijdens je examen mag je Binas en een NL woordenboek gebruiken.

• Het gebruik van een niet-grafische rekenmachine is toegestaan.

• Verder meenemen naar je examen: (reserve-)pen, potlood, gum, geodriehoek, passer, kleurpotloden, markeerstift.

• Tijdens je examen mak je NIKS lenen van anderen. 

Zit je even vast? Ruimte overlaten, overslaan en later nog eens proberen.

Slide 2 - Slide

Opbouw biologie examen
  • 16 gesloten vragen
  • 29 open vragen 
  • 45 totaal 

Slide 3 - Slide

Multiple choice:
  • Lees de vraag zonder de antwoorden, probeer eerst zelf het antwoord bedenken en kijk dan pas of dat antwoord ook tussen de keuzemogelijkheden staat.

Slide 4 - Slide

Multiple choice:
  • Kies één antwoord! (altijd...)
  • Gebruik hoofdletters!
  • Vaak is je eerste keuze juist..
  • Welk antwoord is écht niet goed?
  • Welke twee antwoorden lijken op elkaar? De kans is groot dat één van deze twee antwoorden juist is.

  • Kijk na afloop de antwoorden nog eens door, wellicht is er verderop in de toets een vraag geweest die je geheugen een beetje heeft geholpen, waardoor je het antwoord nu wel zeker weet!
  • Laat je bij een rijtje meerkeuzevragen niet beïnvloeden door het aantal maal dat een bepaalde letter voorkomt. Het kan best zo zijn dat je vier keer hetzelfde antwoord moet geven.

Slide 5 - Slide

Open vragen:
  • Sla tussen de antwoorden altijd een regel over.
  • Formuleer je antwoord zorgvuldig en in volledige zinnen. Een te vaag of algemeen antwoord levert vaak geen punten op; vaak helpt het om een deel van de vraag te herhalen in jouw antwoord.
  • Voor iedere vraag staat hoeveel punten je kunt behalen. Wanneer je voor een vraag
meer dan 1 punt krijgt, moet je antwoord altijd meerdere "denkstappen" bevatten.
  • Wanneer je redenen of voorbeelden moet noemen, geef dan nooit meer
redenen/voorbeelden dan gevraagd worden.
  • Bij vragen naar een standpunt of een mening telt niet je eigen mening of het
standpunt, maar de onderbouwing ervan met de juiste biologische argumenten. 

Slide 6 - Slide

Berekeningen:
  • Wanneer je iets gaat berekenen, moet de verantwoorde berekening er altijd bij staan.

  • Zet altijd de eenheid of eenheden achter het berekende getal (anders krijg je vaak geen punten!).

  • Het berekende getal mag niet nauwkeuriger of onnauwkeuriger zijn dan de getallen die gegeven zijn. Dus je plaatst niet meer, maar ook niet minder cijfers achter de komma (één cijfer meer of minder wordt geaccepteerd).

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Grafieken:
  • Kies de juiste grafiek: staafdiagram bij verschillende groepen en lijndiagram bij metingen over de tijd

  • Zet een duidelijke titel boven je grafiek + maak een legenda.

  • Benoem de X- en Y-as volledig. Dat wil zeggen met: een grootheid (bijvoorbeeld: leeftijd, stollingstijd, lengte, opname CO2 lichtintensiteit, temperatuur) en een eenheid (bijvoorbeeld: jaren, minuten, meters, ml/min) bij moet staan.

  • Verbind in een lijngrafiek de punten niet met een liniaal, maar trek een vloeiende lijn.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Dus:
  • Stap 1 Wat is het probleem? -> Lezen Welk onderdeel, welk organisatieniveau (gegevens in de tekst markeren)
  • Stap 2 Aanvullende gegevens? -> Bronnen (afbeeldingen/tabellen/diagrammen/grafieken) en wat staat er over dit onderwerp in de Binas?
  • Stap 3 Wat is de vraag? -> Wat willen ze nu van me weten..? (voorbeeld, uitleg, argument, berekening)
  • Stap 4 Antwoord geven -> Herhaal een deel van de vraag in jouw nauwkeurige antwoord
  • Stap 5 Antwoord controleren -> Voldoet antwoord aan alle eisen? Beantwoord mijn antwoord de vraag? Heb ik zoveel stappen gemaakt als er punten te behalen zijn?



Slide 12 - Slide

Oefenen....
Oefen in de manier van beantwoorden.
Bedenk wat er in het antwoord terug moet komen, welke uitlegstappen je moet geven. Je zult zien dat je telkens punten krijgt voor delen van je uitleg, dus je uitleg moet compleet zijn.


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Door gebruik van antibiotica zijn de onschadelijke mond bacteriën gedood.  Hierdoor kunnen ziekmakende bacteriën zich makkelijker vestigen waardoor het risico op een infectie groter is. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Door het produceren van verdovende stoffen worden bloedzuigers minder snel opgemerkt en kunnen ze meer bloed opzuigen. Hierdoor is de voortplantingskans van de bloedzuigers die deze eigenschap hebben groter

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide