12.2 vermenigvuldigen

12.2 vermenigvuldigen

Ga rustig zitten op je plek.
Doe je telefoon uit en in je tas.
Leg je spullen open op tafel.

19 juni
1 / 22
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

12.2 vermenigvuldigen

Ga rustig zitten op je plek.
Doe je telefoon uit en in je tas.
Leg je spullen open op tafel.

19 juni

Slide 1 - Slide

 Programma                           
  • Terugblik
  • Uitleg
  • Aan de slag
  • Afsluiting





Slide 2 - Slide

Lesdoelen

In deze les ..


.. herhalen we het korter opschrijven van formules (gelijksoortige termen samennemen)

.. leren we formules korter te schrijven door factoren met elkaar te vermenigvuldigen.


Slide 3 - Slide

Proefwer
We lopen gezamelijk het proefwerk even door.

Bekijk wat voor soort fouten je hebt gemaakt (leer-, reken-, teken-, slordigheid-, leesfouten of niet snappen wat je moet doen).

Zet een kruisje voor de opgave die je graag wilt bespreken met mij en een kruisje bij je naam bovenaan je blaadje.


Proefwerk inzien en bespreken 

Slide 4 - Slide


Bereken
 (-9)² =

Slide 5 - Open question

Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. Haakjes
  2. Machten (dus ook kwadraten en wortels)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 6 - Slide

Formule opstellen of maken
Onderstaand stappenplan kun je gebruiken bij een tekst, tabel, grafiek of twee gegeven punten.

Stap 1   Maak een tabel bij de grafiek. Vul hierin twee roosterpunten. (Of neem deze over)
Stap 2   Lees de beginwaarde af of bereken deze.
 
Stap 3  Hoeveel stijgt of daalt de grafiek per horizontale stap van 1? (Is de grafiek een stijgende of dalende lijn?)
          Dit noemen wij de stapgrootte of hellingsgetal.

Stap 4 Maak de formule
          Vervang de onderstaande woorden voor wat je nu weet.


Op welke punt raakt de grafiek de verticale as?
Wat wil je berekenen? = beginwaarde +/- stapgrootte x Wat weet je? 
Wat staat er bij de verticale as?
Wat staat staat er bij de onderste rij?
Wat staat er bij de horizontale as?
Wat staat staat er bij de bovenste rij?

Slide 7 - Slide

Vergelijkingen en formules
De letter(s) waarvan je de waarde niet weet noemen we een variabele.


Een formule heeft twee variabelen.           = 3 + 2
Een vergelijking heeft één variabele.         8 = 3 + 2

Slide 8 - Slide

Formules vereenvoudigen
Alleen gelijksoortige termen kun je samenvoegen.
In gelijksoortige termen komen precies dezelfde variabelen voor








g = 3a - 4 - 2a + 6
g = a + 2

a = 1a
-a = -1a

2(x+2)=2(x+2)

Slide 9 - Slide

Vermenigvuldigen
Stappenplan

Stap 1   Getallen vermenigvuldigen
Stap 2   Letter op alfabetische volgorde
Stap 3   Laat de  vermenigvuldigingspunt weg.

Slide 10 - Slide

Vermenigvuldigen
Stappenplan

Stap 1   Getallen vermenigvuldigen
Stap 2   Letter op alfabetische volgorde
Stap 3   Laat de  vermenigvuldigingspunt weg.
3a2a=

Slide 11 - Slide

Vermenigvuldigen
Stappenplan

Stap 1   Getallen vermenigvuldigen
Stap 2   Letter op alfabetische volgorde
Stap 3   Laat de  vermenigvuldigingspunt weg.
21a2a=

Slide 12 - Slide

12.2 Vermenigvuldigen
1) Getallen vermenigvuldigen
2) Letters op alfabetische volgorde
3) Schrijf de vermenigvuldiging zonder bewerkingstekens. 



21a2a=212aa=1a2=a2

Slide 13 - Slide

Hoe los je een wiskunde opgave op? 
Stappenplan

Stap 1:  Voorbereiden (formule noteren, wat weet je?)
Stap 2: Aanpak kiezen (invullen in formule)
Stap 3: Bereken 
Stap 4: Antwoord geven
Stap 5: Controle (eenheden, logisch, invullen variabele etc.)

Slide 14 - Slide

Berekenen met formules
Stap 1  Noteer de formule en de variabele die je weet.
Stap 2 Waarde van de variabele invullen in de formule.
Stap 3 Bereken de uitkomst.
Stap 4 Geef antwoord op de vraag.
Stap 5 Controleer je antwoord.








Slide 15 - Slide

Balansmethode
Een vergelijking kun je oplossen met de balansmethode! 
Welk getal hoort op de plek van de variabele (q) ?

      6 q + 32 = 71
           -32   -32
         6 q   = 39
         : 6       :6
           q   = 6,5
     
   

Slide 16 - Slide

Oplossen van een vergelijking
Stap 1  Noteer de vergelijking.
Stap 2 Vereenvoudig beide kanten van het =teken.
Stap 3 Los op met de balansmethode / bordjesmethode.
Stap 4 Geef antwoord op de vraag.
Stap 5 Controleer je antwoord (vul de variabele in).








Slide 17 - Slide

Aan de slag

Maak: paragraaf 12.1 en 12.2 (studiewijzer)

Kijk je werk goed na met een andere kleur en 

verbeter je fouten!







Je gaat rustig aan het werk!
Je mag met muziek en oortjes werken, 
let op dat de muziek niet te hard staat. 
  • Oortjes in? Mond op slot!
Heb je een vraag? Lees je aantekeningen  nog eens door en/of overleg op fluistertoon vóór je je vinger opsteekt. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide


Stel je vraag!
Wat vind jij nog lastig aan dit hoofdstuk?

Slide 21 - Open question

Afsluiting 
Hoe ging het vandaag?

Huiswerk maken:  paragraaf 12.2 en 12.3 




Slide 22 - Slide