Bs 7: Vorm en Functie botten

Thema 4



B7. Vorm en functie van botten
1 / 36
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 4



B7. Vorm en functie van botten

Slide 1 - Slide

Check-in
Wat weet je nog van de vorige basisstoffen?

Slide 2 - Slide

Welk organenstelsel is dit?

Slide 3 - Open question

Uit hoeveel botten bestaat het skelet (van de mens)
A
50
B
150
C
200
D
250

Slide 4 - Quiz

Wat zijn de functies van het skelet?

Slide 5 - Open question

Wat is de naam van 2 (geel?)
A
Handwortelbeentjes
B
Middenhandsbeentjes
C
Vingerkootjes

Slide 6 - Quiz

Hoe heet onderdeel 'S'? (Aan de kant van de pink)
A
Elleboog
B
Ellepijp
C
Opperarmbeen
D
Spaakbeen

Slide 7 - Quiz

Welke botten zijn hier groen gekleurd?
A
Rugwervels
B
Schouderbladen
C
Sleutelbeenderen

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen
Je kent de delen van het lichaam
je kunt in een afbeelding van het skelet botten benoemen
Je kunt de functies van het skelet noemen

Je kunt het verband tussen de vorm en de functie van botten beschrijven

Slide 9 - Slide

Functies van het skelet
Stevigheid: rechtop staan
Maakt beweging mogelijk
Bescherming van je organen
Vorm geven

Vorm van het skelet en de botten heeft te maken met de functie

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voortbewegen
  • zoolgangers
  • teengangers
  • topgangers (hoefgangers)

Dit zijn aanpassing op de ondergrond.

Slide 13 - Slide

Zoolganger               Teenganger    Topganger

Slide 14 - Slide

Topganger (hoefganger)

Loopt op het puntje van zijn tenen 
(alleen op het laatste teenkootje/hoef)
Voordeel: hij heeft enorm lange poten/benen
en kan daardoor heel hard lopen
Nadeel: bij drassige ondergrond zakt hij makkelijk de bodem in

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Teenganger

Loopt op zijn tenen (alleen op de teenkootjes)

Voordeel: hij kan zachtjes sluipen
                     hij kan snel sprinten
Nadeel: bij lange afstanden is hij minder snel

Slide 18 - Slide

Zoolganger

Loopt op zijn hele voetzool 
(van hielbeen tot en met de teenkootjes). 
Voordeel: hij verdeelt zijn gewicht over een groot oppervlak en zakt niet snel diep weg in een zachte ondergrond zoals bijv. sneeuw.
Nadeel: een zoolganger is minder snel

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Gestroomlijnd

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

0

Slide 23 - Video

Welk filmpje was gestroomlijnd?
A
Filmpje 1
B
Filmpje 2

Slide 24 - Quiz

Gestroomlijnd
Alle waterdieren zijn altijd gestroomlijnd.
Daardoor kunnen zij sneller door het water.

Slide 25 - Slide

Leerdoelen
Je kent de delen van het lichaam
je kunt in een afbeelding van het skelet botten benoemen
Je kunt de functies van het skelet noemen

Je kunt het verband tussen de vorm en de functie van botten beschrijven

Slide 26 - Slide

Check-out
Even herhalen...

Slide 27 - Slide

Zoolganger
Teengangers
Topgangers

Hele voet raakt de grond
Beer
Mens
Hiel op de grond, 'teen rolt af'
Lopen op de tenen
Staat voortdurend 'in starthouding'
Leeuw
Snelle, korte sprint met topsnelheid
Hoeven
Gazelle
Relatief langste poten
Kan topsnelheid lang volhouden

Slide 28 - Drag question

Dit is een
A
Teenganger
B
topganger
C
zoolganger

Slide 29 - Quiz

Een beer is een.........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 30 - Quiz

Hoefganger
Teenganger
Zoolganger
beer
kat
paard

Slide 31 - Drag question

Dit is een...
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 32 - Quiz

Een hond is een
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 33 - Quiz

Een varken is een
A
Topganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 34 - Quiz

Tot welk soort dieren behoort de ezel
A
Topganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 35 - Quiz

Kijk naar het plaatje. Dit is het skelet van een rat. Een rat is een....
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 36 - Quiz