Help samenvatting

File 1
wat weet je??
1 / 22
next
Slide 1: Mind map
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

File 1
wat weet je??

Slide 1 - Mind map

Program
  1. plural 
  2. asking questions
  3. past simple / present perfect

Slide 2 - Slide

Welke 'regels' voor
meervoud weet je?

Slide 3 - Mind map

Wat betekend 'Plural' in het Engels?
A
Paraplu
B
Verleden tijd
C
Meervoud
D
Tegenwoordige tijd

Slide 4 - Quiz

Maak meervoud:
1. Tree
2. Bus
3. Lady

Slide 5 - Open question

maak meervoud: Wife, leaf, lunch, boy

Slide 6 - Open question

maak meervoud: man, tooth, sheep

Slide 7 - Open question

Dussss
  1. let op waar het woord mee eindigt 
  2. GEEN 'S!!!!!
  3. leer de onregelmatige woordjes op blz 29

Slide 8 - Slide

Wat moet er aan het begin van een vraag in het Engels?

Slide 9 - Open question

Maak vragend: You were going to school yesterday.

Slide 10 - Open question

vertaal: Waarom ga je naar school?

Slide 11 - Open question

Vertaal: Ging je naar school gisteren?

Slide 12 - Open question

vraagzinnen
  1. vraagwoorden aan het begin van de zin
  2. was/were, can, could, will, should aan het begin vd zin
  3. anders do of did aan het begin van de zin

Slide 13 - Slide

Wat is het verschil tussen de Past Simple en de Present Perfect?

Slide 14 - Open question

I have lived here for a long time.
wat is dit?
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 15 - Quiz

Ik ging deze ochtend naar school
vertaal:

Slide 16 - Open question

hoe schrijf je de past simple op in een zin? Doe het voor bij 'walk'

Slide 17 - Open question

Hoe schrijf je de Present Simple op in de zin? Doe het voor bij 'walk'

Slide 18 - Open question

past simple
  1. werkwoord + ed
  2. is in het verleden begonnen en afgesloten

Slide 19 - Slide

present perfect
  1. to have+ww+ed (i have walked)
  2. gebruik je als iets in het verleden begonnen is en nu nog steeds doorgaat
  3. gebruik je als iets in het verleden is begonnen en er staat niet wanneer. (bijvoorbeeld yesterday, last week etc.)

Slide 20 - Slide

ik heb nog vragen over dit:

Slide 21 - Mind map

geen vragen?
  1. maak test yourself en extra af en lever het in

Slide 22 - Slide