Unit 2.2

Monday, 17th of October
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Monday, 17th of October

Slide 1 - Slide

Plan
  • Check homework
  • New Chapter!
  • Goals
  • New Grammar
  • Homework

Slide 2 - Slide

Go to page 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Chapter 2: Writing

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Goals
Aan het einde van de les kan ik het verschil tussen de verleden tijd(Past Simple) en de voltooid tegenwoordige tijd (Present Perfect) uitleggen.

Slide 7 - Slide

New Grammar!

Slide 8 - Slide

Present Perfect
  • Je gebruikt de Present Perfect als je wilt vertellen dat iets is gebeurd, maar het niet belangrijk is wanneer.
      We have finished all our work.

  • Als je wilt zeggen dat iets in het verleden is begonnen en nog steeds  doorgaat. Vaak staat er in de zin een signaalwoordje zoals: since, for of in.
      Dominic has waited for hours.

Slide 9 - Slide

Hoe maak je de Present Perfect?
have/has + voltooid deelwoord


Bevestigend
They have played a game.
She has written a book.
Vragend
Have they played a game?
Has she written a book?
Ontkennend
They haven't played a game.
She hasn't written  a book.

Slide 10 - Slide

Wat is nu het verschil?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bezittelijke voornaamwoorden
Geven aan van wie iets is.
Zie pagina 162 of online methode voor alle woorden.


This is my cat.
It's hers.
That cat of theirs.
Dit is mijn kat.
Het is de hare.
Die kat is van hen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Phrases 2.2

Slide 15 - Slide

Get to work!

ex. 17 - 22
page 60 - 65
Finished? --> Practise More Lesson 2

Slide 16 - Slide

Goals
Aan het einde van de les kan ik het verschil tussen de verleden tijd(Past Simple) en de voltooid tegenwoordige tijd (Present Perfect) uitleggen.

Wie kan het verschil uitleggen?

Slide 17 - Slide

Homework
When:
Tomorrow, 6th period.

Do:
ex. 17 - 22
page 60 - 65
Finished? --> Practise More Lesson 2
Bring earphones/headphones with you! 


Study: Words, grammar and phrases 2.1 + 2.2

Slide 18 - Slide