Ec. bekeken 3TL: 7.1 de snackwagen

Werk en bedrijf
Hoofdstuk 7
7.1 De snackwagen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Werk en bedrijf
Hoofdstuk 7
7.1 De snackwagen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je kan aangeven wat er nodig is om te kunnen produceren

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
- Je kan aangeven wat er nodig is om te kunnen produceren

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
- Je kan aangeven wat er nodig is om te kunnen produceren

Slide 4 - Slide

Productie
Onbetaalde productie = informele productie

Betaalde productie = formele productie

Deze productie is bekend en wordt ook wel geregistreerde productie genoemd.
gesproken uitleg

Slide 5 - Slide

Arbeid- of kapitaalintensief?
Hoeveelheid kapitaal > hoeveelheid arbeid = kapitaalintensief

Hoeveelheid kapitaal < hoeveelheid arbeid = arbeidsintensief
Wanneer een bedrijf meer gebruikt maakt van kapitaal dan arbeid
Wanneer een bedrijf meer gebruikt maakt van arbeid dan kapitaal
gesproken uitleg

Slide 6 - Slide

Wanneer je een product maakt of een dienst uitvoert ben je aan het ....
A
Consumeren
B
Produceren

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de drie productiefactoren ook alweer?

Slide 8 - Open question

Wat is het belangrijkste verschil tussen goederen en diensten?

Slide 9 - Open question

De band van Thimo is lek. Duco is fietsenmaker. Tijdens zijn werk plakt hij banden van klanten en repareert fietsen. Die klanten betalen voor zijn dienst en krijgen daar een bon van. Op die bon staat hoe lang Duco aan de fiets heeft gewerkt. Zo registreert zijn werkgever de gewerkte tijd. Als Duco op zijn werk de band plakt van Thimo’s fiets houdt bij niet bij hoe lang hij daarmee bezig is.

Is het werk dat Duco voor Thimo uitvoert formele of informele productie?
A
Formele productie, want hij doet het op zijn werk
B
Formele productie, want hij houdt de tijd niet bij
C
Informele productie, want hij doet het op zijn werk
D
Informele productie, want hij houdt de tijd niet bij

Slide 10 - Quiz

Waarom is zwart werken informele arbeid?
A
Werktijden worden niet geregistreerd
B
Er zit garantie op het werk
C
Je hebt de rechten van werknemers
D
Het werk is goed voor de maatschappij

Slide 11 - Quiz

Waarde toevoegen!
Berekening van de toegevoegde waarde
verkoopopbrengst - alle inkopen bij andere bedrijven = toegevoegde waarde
gesproken uitleg
Kijk naar een uitgebreide uitleg op blz. 150 van je boek

Slide 12 - Slide

Prota bv koopt voor € 88.000 grondstoffen in en voor € 12.000 diensten van andere bedrijven. De verkoopopbrengst is € 142.000.
Bereken de toegevoegde waarde.
A
€ 54.000
B
€ 42.000
C
€130.000

Slide 13 - Quiz

Het jaar daarop verkoopt Prota bv 55.000 kilo voor € 161.000 en doet voor € 117.000 inkopen.

Bereken de toegevoegde waarde PER KILO
A
€ 44.000
B
€ 0,80
C
€ 1,38

Slide 14 - Quiz

Opdrachten P1
Hoofdstuk 7

Slide 15 - Slide