3M1 & 3M2 27 januari 2022

Start geen nieuwe vergadering
Welkom  NEDERLANDS!
Wat gaan we doen?
● P1 Lezen & P2 Schrijven 
● 
● Leerdoel vandaag
● Uitleg 
● Aan de slag
● Afsluiting & huiswerk

bij
We gaan zo starten.
Zorg dat je jouw lesboek, schrift  en pen bij je hebt liggen.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Start geen nieuwe vergadering
Welkom  NEDERLANDS!
Wat gaan we doen?
● P1 Lezen & P2 Schrijven 
● 
● Leerdoel vandaag
● Uitleg 
● Aan de slag
● Afsluiting & huiswerk

bij
We gaan zo starten.
Zorg dat je jouw lesboek, schrift  en pen bij je hebt liggen.

Slide 1 - Slide

De video is te starten bij de binnenkomst
P1 Lezen & P2 Schrijven

P2 Schrijven: de theorie (code 320) -> cijfers komen in SOM
P2 Schrijven: de vaardigheid (code 321) -> vrijdag 11-2-2022

P1 Lezen: de theorie (code 310) -> woensdag 9-2-2022

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

P3 Woordenschat

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

LEERDOEL

Je leert de betekenis van een onbekend woord vinden (H1).
Je leert wat formeel taalgebruik is (H2). 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

WOORDENSCHAT
- Zorg voor overzicht in jouw schrift.
Noteer duidelijk om welk hoofdstuk het gaat en om welke opdrachten.

- Ga de woorden al vast leren. 
Je kunt met behulp van jouw nagekeken opdrachten de woorden leren.
In SOM bij jaargebonden bijlagen staat een Quizlet-link met woordenlijsten van H1 & 2.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

 H1 WOORDENSCHAT: WOORDRAADSTRATEGIEËN

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent 'enclave'?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent 'territorium'?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent 'eveneens'?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent 'hectare'?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent 'nabij'?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent 'gehucht'?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat betekent 'denkbeeldige'?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

H2 Woordenschat:
formeel taalgebruik

In officiële brieven, formulieren of teksten worden vaak lastige woorden en zinnen gebruikt, bijvoorbeeld in wetsartikelen of in berichten van de Belastingdienst.
Lees zo’n tekst goed. Kijk of je snapt wat de schrijver wil zeggen: welke informatie wil hij geven, wat wil hij van mij, wat moet ik doen? Als de betekenis van een moeilijk woord nodig is om de tekst te begrijpen, zoek je de betekenis van dat woord op in de tekst. Vaak staat er een synoniem dat je al kent of wordt er een omschrijving van de lastige woorden gegeven.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Gebruik een (online) woordenboek als je de betekenis niet uit de tekst kunt halen.
Bijvoorbeeld:
Na overleg met alle betrokkenen is besloten dat leerlingen van de onderbouw alsmede leerlingen van de bovenbouw hun elektronische communicatiemiddelen tijdens schooltijd niet mogen hanteren.
De woorden elektronische communicatiemiddelen zijn belangrijk, die zoek je op.
De schrijver bedoelt dus: De schoolleiding heeft na overleg besloten dat leerlingen tijdens schooltijd hun mobieltjes niet mogen gebruiken.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

H3 WOORDENSCHAT: FIGUURLIJK TAALGEBRUIK
In teksten kom je vaak zinnen met een figuurlijke betekenis tegen. Er wordt dan iets anders bedoeld dan er eigenlijk staat. Bijvoorbeeld:
De baby was om op te vreten. Dit betekent: De baby zag er heel schattig uit.

Om een tekst te begrijpen, is het belangrijk dat je figuurlijk taalgebruik herkent.
Lees de tekst zorgvuldig en vraag je af: bedoelt de schrijver het letterlijk, dus precies zoals het er staat? Als dat niet zo is, lees dan verder. Meestal begrijp je dan wel wat er bedoeld wordt.


Slide 16 - Slide

This item has no instructions


Uitdrukkingen zijn ook een vorm van figuurlijk taalgebruik. Als je niet weet wat een uitdrukking betekent, zoek je de betekenis op in het woordenboek. Zoek bij het belangrijkste woord uit de uitdrukking. Bijvoorbeeld:
De hand boven het hoofd houden – Je zoekt in het woordenboek bij hand of bij hoofd.



Slide 17 - Slide

This item has no instructions

AAN DE SLAG

Woordenschat H1, vanaf blz. 26, opdracht 1 t/m 5
Woordenschat H2, vanaf blz. 54, opdracht 1 t/m 5 
Woordenschat H3, vanaf blz. 82, opdracht 1 t/m 4.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

AFSLUITING & HUISWERK

Slide 19 - Slide

This item has no instructions