4.1

Leerdoelen
  • definitie, kenmerken en voorbeelden kennen van zure - en basische oplossingen.
  • Hoe meet je de pH?
  • Wat is een titratie? + rekenen
  • wat is een neutralisatiereactie?
1 / 20
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 20 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Leerdoelen
  • definitie, kenmerken en voorbeelden kennen van zure - en basische oplossingen.
  • Hoe meet je de pH?
  • Wat is een titratie? + rekenen
  • wat is een neutralisatiereactie?

Slide 1 - Slide

pH schaal: Hoe zuur een oplossing is, wordt aangegeven met de zuurgraad: de pH.

Slide 2 - Slide

Hoe zuur een oplossing is, wordt aangegeven met de zuurgraad: de pH.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

pH waarden lichaam

Slide 5 - Slide

Zuur (zure stof)
azijn, citroenzuur, maagzuur, accuzuur, zoutzuur

Slide 6 - Slide

zuren
  • pH < 7 (lager dan 2 = bijtend)
  • Smaken zuur 
  • Sterke zuren kunnen ontkalken + roest verwijderen
  • Zuren staan een H+ (proton) af
  • Zuren reageren met basische stoffen (dat noem je neutraliseren)


Slide 7 - Slide

Voorbeelden
Zwavelzuur
Zoutzuur
Salpeterzuur

zuur: staat een proton af

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Wat zijn basen voor een stoffen?
gootsteenontstoppers
ovenreiniger
ammoniak

Kunnen      VETTIG VUIL    verwijderen

Slide 10 - Slide

Basen

  • Voellen vettig/glad aan
  • Een base is een stof wat H+ deeltjes  kan opnemen.
  • bijtend bij een pH hoger dan 13







Slide 11 - Slide

Sterke base
                        Natronloog

Slide 12 - Slide

Indicator
  • Stof die van kleur verandert in een zure/basische oplossing.
  • Te gebruiken om de zuurgraad te bepalen.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Welk deeltje is zuur en welke is basisch?

Slide 16 - Slide

neutralisatie reactie

Slide 17 - Slide

Zuur + base = Neutraal 

= Neutraliseren

Titreren


Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Slide