tekstdoel, tekstsoort, tekstvorm

Leesvaardigheid
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leesvaardigheid

Slide 1 - Slide

Wat weet je straks?
  • Verschil tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm 
  • Functies van de inleiding
  • Functies van het slot
  • Verschil objectief en subjectief

Slide 2 - Slide

Ga Google Classroom-schoolwerk-ma 25/10
  • Klik de onderste link aan
  • Bekijk zelfstandig de les
  • Daarna bespreken we de lesstof

Slide 3 - Slide

Functies van de inleiding

Slide 4 - Slide

Functies van het slot
  • Samenvatten/conclusie geven 
  • Advies geven
  • Toekomstverwachting uitspreken

Slide 5 - Slide

Tekstdoelen
  • Elke schrijver wil iets bereiken met een tekst
  • Dat wat hij wil bereiken, noemen we een tekstdoel.
  • Er zijn er vier:
  • Informeren
  • Amuseren
  • Overtuigen/betogen
  • Activeren

Slide 6 - Slide

Tekstsoort, tekstdoel en tekstvorm

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Tekstdoel informeren
  • Als je informatie geeft, leg je iets uit door middel van feiten
  • Tekstdoel: informeren, tekstsoort:informatieve tekst.
  •  Tekstvorm: Geeft kenmerken van een tekst.
  • Tekstvormen bij informeren:
  • nieuwsbericht/krantenartikel/tekst uit schoolboek/uiteenzetting/documentaires

Slide 9 - Slide

Tekst
Tekstdoel amuseren
  • Als je amuseert, wil je mensen vermaken.
  • Tekstdoel amuseren, tekstsoort amuserende tekst.
  • Tekstvormen bij amuseren:
  • Leesboeken, poëzie, films (geen documentaire).

Slide 10 - Slide

Tekst
Tekstdoel overtuigen (betogen)
  • Als je overtuigt, wil je je mening geven door middel van argumenten.
  • Tekstdoel overtuigen, tekstsoort overtuigende tekst.
  • Tekstvormen bij overtuigen:
  • Recensies, debat.

Slide 11 - Slide

Tekst
Tekstdoel activeren
  • Als je activeert, geeft je ook argumenten maar wil je dat mensen in actie komen.
  • Tekstdoel activeren, tekstsoort activerende tekst.
  • Tekstvormen bij activerende teksten:
  • Reclame, advertenties, posters politieke partij.
  • Er worden veel afbeeldingen gebruikt en er wordt aandacht besteed aan de lay-out (lettertypes e.d.).

Slide 12 - Slide

Verschil objectief en subjectief
  • objectief: je presenteert de feiten en laat je mening buiten beschouwing. Je geeft iets weer zoals het is.
  • subjectief: je blijft niet neutraal maar geeft je mening of je geeft informatie gebaseerd op je eigen waarneming.

Slide 13 - Slide

1. Beschrijf dit schilderij objectief
2. Beschrijf dit schilderij subjectief

Slide 14 - Slide