Vandaag ga je bladzijde 14 schrijven.De schrijfles gaat over afkortingen, je schrijft bij de eerste oefening zowel het woord als de afkorting. (zoals het voorbeeld)
bij oefening 2 mag je een aantal afkortingen schrijven die jij gebruikt.
(denk bijvoorbeeld in de whats app)
Ook hier schrijf je het woord en de afkorting op, minimaal 3!
Bij oefening 3 schrijf je de zin zo kort mogelijk, gebruik van de woorden waarbij dat gaat een afkorting.
Kijk ook nog even bij de volgende slide....