2. De opkomst van het nationaalsocialisme + 3 Duitsland en het buitenland (fascisme)
1 / 23
next
Slide 1: Slide
geschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Historisch Overzicht
vanaf 1848
Het Interbellum
(1919-1939)
2. De opkomst van het nationaalsocialisme + 3 Duitsland en het buitenland (fascisme)
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Crisis in de wereld
vanaf 1929
Door overproductie van fabrieken, veel kopen op afbetaling
en teveel vertrouwen in aandelenhandel, klapt de
Amerikaanse economie in elkaar.
Landen die veel met de VS handelen, worden de crisis mee in gesleept...
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom en op welke manier Adolf Hitler in Duitsland aan de macht kwam.
Slide 6 - Slide
Fascisme
Fascisme is een politieke stroming,
en wordt ook wel extreem-rechts genoemd
De naam komt van het voorwerp dat je hier ziet: een fasces
Dit voorwerp, een bijl met takken, stond symbool voor
de macht van bestuurders in het Romeinse Rijk.
Slide 7 - Slide
Benito Mussolini
Leider, of 'Il Duce', van Italië (1922-1943)
Oprichter van de Fasci di Combattimento (Zwarthemden, knokploegen)
Na de Eerste Wereldoorlog en de Vrede van Versailles was er veel onvrede,
en dat kwam door de onderhandelingen van de 'slechte' Italiaanse regering.
Slide 8 - Slide
Fascisme in Europa
'Oplossing voor de crisis'
Populair in de jaren ’20 en ’30 van de 20e eeuw
Antwoord op slecht beleid van de democratische regeringen
Niet alleen in Italië of Duitsland (NSDAP), ook in Engeland (BUF) en Nederland (NSB)
Slide 9 - Slide
Kenmerken van fascisme (1)
Fascisme is overal tegen: vooral dingen die vreemd zijn en andere culturen
Fascisme is anti-democratisch: het volk hoeft niet mee te praten
Er is één leider. Hij bepaalt wat goed is. (Leidersbeginsel/Führerbeginsel)
Slide 10 - Slide
Kenmerken van fascisme (2)
Fascisme is nationalistisch: de eigen staat boven alles
Fascisme gaat uit van ongelijkheid tussen mensen: de hoogontwikkelden moeten de laagontwikkelden leiden. (Het recht van de sterkste: Sociaal-Darwinisme)
Slide 11 - Slide
Kenmerken van fascisme (3)
Niet denken maar doen. Gevoel is belangrijker dan denken.
Geweld is goed: geen woorden maar daden
De vrouw is ondergeschikt: haar taak is het krijgen van kinderen.
Slide 12 - Slide
video.scholieren.com
Slide 13 - Link
En Hitler?
Die zegt hetzelfde als altijd: het is de schuld van het Verdrag van Versailles, joden, communisten, enz.
Hitler had na de mislukte staatsgreep besloten om alleen nog via verkiezingen aan de macht te komen...
...en mensen stemmen massaal op hem!
Slide 14 - Slide
Het nationaalsocialisme heeft verschillende kenmerken:
Ze zijn anti-democratisch: ze willen één sterke leider, Der Führer (het Führerprincipe). Er waspersoonsverheerlijking.
Ze geloven in rassenleer: het idee dat er verschillende rassen zijn en dat het ene ras beter is dan het andere
ER is sprake van antisemitisme: jodenhaat
Er is sprake van militarisme en nationalisme
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
A
DeBoze burgers
Het nationaalsocialisme
Slide 15 - Slide
Vanwege het nationalisme vonden de nazi's:
Dat Duitssprekende mensen in één groot Duitsland thuis hoorden
Dat het Duitse volk meer Lebensraum verdiende: leefruimte in het oosten (Polen, Sovjet-Unie, enz.) voor het eigen volk. Andere volken waren minder belangrijk en moesten plaatsmaken.
§3.2
De opkomst van het nationaalsocialisme
A
DeBoze burgers
Het nationaalsocialisme
Slide 16 - Slide
Hitler wordt kanselier
30 januari 1933
Na de verkiezingen van november 1932, waarbij de NSDAP de grootste werd,
wordt het land vrijwel onbestuurbaar en kunnen de andere partijen
(en de president) niet meer om Hitler heen:
hij wordt kanselier (minister-president).
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Aan de slag!
Je kunt kiezen tussen de volgende 2 opdrachten:
1. Je gaat de kenmerken van fascisme en nationaalsocialsime opschrijven en deze met elkaar vergelijken. Wat zijn de overeenkomsten? Wat zijn de verschillen?
2. Je maakt 3 t/m 10 op blz 53/54 WB
Slide 19 - Slide
Afronding
Slide 20 - Slide
Wat is Fascisme
Slide 21 - Open question
Wat is het verschil tussen nationaal-socialisme en fascisme
Slide 22 - Open question
Hoe kon Hitler de volledige macht grijpen in Duitsland?