2 B-K-GT mercredi 6 janvier

mercredi 6 janvier
* uitspraak voca Bron F & G, page 82 et 83
* herhalen ontkenning

Matien & Jonas maken alléén de groene pagina's !
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

mercredi 6 janvier
* uitspraak voca Bron F & G, page 82 et 83
* herhalen ontkenning

Matien & Jonas maken alléén de groene pagina's !

Slide 1 - Slide

prononciation
livre d'exercices page 82
spreek mee

Slide 2 - Slide

spreekopdracht
we doen samen opdracht 29 A&B , blz 62 werkboek

Slide 3 - Slide

ontkenning
een ontkenning is iets met NIET.
In het Frans herken je de ontkenning aan twee woorden:
Ne  pas
Ik ga naar de bioscoop  =   Je vais au cinéma.
Ik ga niet naar de bioscoop =  Je ne vais pas au cinéma

Slide 4 - Slide

Toepassing
werkboek blz 66, opdracht 31 b&c
luister naar het audio fragment en maak 31 b
maak daarna opdracht 31 c

Slide 5 - Slide

ne  of n' 
als het woord dat achter ne begint met een klinker,
verandert de ne in n'

je n'aime pas le français.
Tu n'aimes pas les maths.
Marie n'est pas sympa.
il n'est pas 8 heures.
klinkers
a , e, i, o, u, y 
en in het Frans ook de  h

Slide 6 - Slide

zet in de ontkenning met 'ne ..pas'.
Je suis malade.

Slide 7 - Open question

zet in de ontkenning met n' ..pas
Tu as mal au genou.

Slide 8 - Open question

zet in de ontkenning met 'ne ..pas'.
Je vais chez le médecin.

Slide 9 - Open question

zet in de ontkenning met 'ne ..pas'.
Je prends deux aspirines par jour.

Slide 10 - Open question

zet in de ontkenning met 'ne ..pas'.
Maintenant, je joue au foot.

Slide 11 - Open question

korte herhaling
* behalve ne .. pas  zijn er ook andere vormen van ontkennen.
niet meer -->ne... plus
nooit--> ne.. jamais
niets --> ne.. rien
nog niet --> ne... pas encore

je doet hier hetzelfde mee als bij ne..pas -->

Slide 12 - Slide

vervolg
ne voor de persoonsvorm (werkwoord)
pas /rien/plus/jamais/ pas encore  achter de persoonsvorm.

Voorbeeld:
ik ga niet naar het restaurant: Je ne vais pas au resto.
Ik ga nooit naar het restaurant: Je ne vais jamais au resto.
Ik ga niet meer naar het restaurant: Je ne vais plus au resto.

Slide 13 - Slide

vul de ontkenning op de juiste plek in
(ne pas encore) Lucas a diné.

Slide 14 - Open question

vul de ontkenning op de juiste plek in:
(ne...rien) il mange aujourd'hui

Slide 15 - Open question

vul de ontkenning op de juiste plek in:
(ne..pas) il aime les légumes

Slide 16 - Open question

vul de ontkenning op de juiste plek in:
(ne..jamais) Lucas est malade.

Slide 17 - Open question

vul de ontkenning op de juiste plek in:
(ne...plus) Mais, il veut manger de viande

Slide 18 - Open question

Vertaal en vul de ontkenning op de juiste plek in:

(niet) Martin aime la viande.

Slide 19 - Open question

Vertaal en vul de ontkenning op de juiste plek in:

(nooit) il mange de viande.

Slide 20 - Open question

Vertaal en vul de ontkenning op de juiste plek in:

(niets) Et le soir, il mange au dîner.

Slide 21 - Open question

Vertaal en vul de ontkenning op de juiste plek in:

(niet meer) Sa mère sait quoi faire.

Slide 22 - Open question

Vertaal en vul de ontkenning op de juiste plek in:

(nog niet) Elle a trouvé de solution.

Slide 23 - Open question