Magazijn layout - Kengetallen

Voorraadbeheer in cijfers
Wat gaan we vandaag behandelen?
De volgende kengetallen komen dit hoofdstuk aan bod:
  • Gemiddelde voorraad
  • Omloopsnelheid
  • Omzetsnelheid
  • Opslagduur
  • Omzetduur
  • Servicegraad
  • Voorraadnorm
Je moet deze kengetallen kunnen berekenen, maar ook de betekenis weten en kunnen verklaren wat de uitkomst betekend voor de onderneming.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorraadbeheer in cijfers
Wat gaan we vandaag behandelen?
De volgende kengetallen komen dit hoofdstuk aan bod:
  • Gemiddelde voorraad
  • Omloopsnelheid
  • Omzetsnelheid
  • Opslagduur
  • Omzetduur
  • Servicegraad
  • Voorraadnorm
Je moet deze kengetallen kunnen berekenen, maar ook de betekenis weten en kunnen verklaren wat de uitkomst betekend voor de onderneming.

Slide 1 - Slide

Gemiddelde voorraad
Je kunt ook de gemiddelde voorraad berekenen als je op meer momenten de voorraad geinventariseerd hebt. 

Formule:

1/2 x beginvoorraad + tussenliggende voorra(a)d(en) + 1/2 x eindvoorraad
aantal voorraden


Slide 2 - Slide

de omzetsnelheid van een bedrijf is 12. De omzet is € 4.200.000,-
Bereken de gemiddelde voorraad

Slide 3 - Open question

In een magazijn ligt op 1 januari een voorraad van 1200 stuks. Op 31 december liggen er van hetzelfde product 900 stuks op voorraad.
Hoeveel is de gemiddelde voorraad?

Slide 4 - Open question

Werkelijke of technische voorraad

De voorraad die je in het magazijn kunt tellen is de voorraad die werkelijk aanwezig is. 
Dit wordt ook vaak de technische voorraad genoemd.
Je kunt deze achterhalen door te inventariseren

Slide 5 - Slide

Van een groothandel zijn de volgende gegevens bekend:
Aanwezige voorraad: € 800.000
Voorinkopen: € 200.000
Voorverkopen: €100.000
Bereken de technische voorraad
A
€1.000.000
B
€1.100.000
C
€800.000
D
€900.000

Slide 6 - Quiz

Economische voorraad
De voorraad waarover een bedrijf risico loopt. Met andere woorden, welk deel van de voorraad moet nog verkocht/verzonden gaan worden?
De technische voorraad is uitgangspunt. 
wat al verkocht is, maar nog niet verzonden haal je hier vanaf.
Wat al ingekocht is maar nog binnen moet komen tel je er bij op.

Slide 7 - Slide

Van een groothandel zijn de volgende gegevens bekend:
Aanwezige voorraad: € 800.000
Voorinkopen: € 200.000
Voorverkopen: €100.000
Bereken de economische voorraad
A
€1.000.000
B
€1.100.000
C
€900.000
D
€500.000

Slide 8 - Quiz

omloopsnelheid en omzetsnelheid

Hoe vaak wordt de gemiddelde voorraad in een periode verkocht? (meestal per jaar) 
Wat is het verschil?
omloopsnelheid is uitgedrukt in aantal (afzet) 
omzetsnelheid is uitgedrukt in waarde (omzet)

Slide 9 - Slide

Afzet = aantal
Omzet = waarde

Slide 10 - Slide

Omloopsnelheid
Is dus de hoe vaak de gemiddelde voorraad,uitgedrukt is stuks, verkocht is in een bepaalde periode
Formule: 

                 Afzet in stuks                  
gemiddelde voorraad in stuks

Slide 11 - Slide

een magazijn heeft een gemiddelde voorraad van 700 stuks.
De omloopsnelheid is 4
Bereken de afzet in stuks

Slide 12 - Open question

Een bedrijf heeft over het afgelopen jaar een gemiddelde voorraad van 25.000 stuks. De afzet over het afgelopen jaar is 275.000 stuks.
Bereken de omloopsnelheid

Slide 13 - Open question

Omzetsnelheid
Is dus de hoe vaak de gemiddelde voorraad uitgedrukt in waarde verkocht is in een bepaalde periode
Formule: 

                          omzet                           
gemiddelde voorraad in waarde

Slide 14 - Slide

Omzetsnelheid
berekend vanuit:
                  inkoopwaarde vd omzet             
gem. voorraad tegen inkoopwaarde


                                  omzet                               
gem. voorraad tegen verkoopwaarde

Slide 15 - Slide

In een magazijn ligt een gemiddelde voorraad van € 350.000,- De omzet over dezelfde periode bedraagt € 1.400.000,-. Bereken de omzetsnelheid

Slide 16 - Open question

Een bedrijf verkoopt zonnebrillen voor € 129,- per stuk. Het afgelopen jaar hebben ze met dit model een omzet gedraaid van € 193.500,-. de gemiddelde voorraad was 250 stuks.
Bereken de omzetsnelheid / omloopsnelheid

Slide 17 - Open question

Nu gaan we een stapje verder:
Vaak krijg je een combinatie van deze stof en die van de vorige presentatie:
eerst bereken je de gemiddelde voorraad, vervolgens moet je met deze uitkomst de omzetsnelheid berekenen.

Slide 18 - Slide

Voorbeeldvraag:
De omzet over hetzelfde jaar bedroeg €11.700.000

Bereken de omzetsnelheid
Stap 1: eerst de gemiddelde voorraad
Stap 2: vervolgens de omzetsnelheid

Slide 19 - Slide

Het antwoord:
Het antwoord:
Omzetsnelheid = omzet : gemiddelde voorraad
Omzetsnelheid = € 11.700.000 : € 1.950.000 = 6
De gemiddelde voorraad is dus 6 x verkocht

Slide 20 - Slide

de opdrachten
Maak nu opdrachten 1 t/m 8

timer
25:00

Slide 21 - Slide

Wat hebben we geleerd?
Wat is de gemiddelde voorraad
Omloopsnelheid = aantal keer dat de gemiddelde voorraad in stuks wordt verkocht
Omzetsnelheid = aantal keer dat de gemiddelde voorraad in waarde wordt verkocht
Theorie & berekeningen
Vragen?

Slide 22 - Slide