Taal H4 Hoe kinderen taal leren

Dagopening


1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Dagopening


Slide 1 - Slide

Dagopening


Slide 2 - Slide

Hoe zacht een mens kan vallen

Wie weet hoe zacht, hoe zacht een mens kan vallen
wanneer hij op zijn vlucht wordt onderschept,
of eenmaal, als de vloed is weggeëbd,
bedekt met zeewier, zand en zoutkristallen

gevonden wordt? Wie weet waar je kunt stranden 
wanneer je als een blinde drenkeling,
een aan zichzelf verloren enkeling
wordt opgeraapt, en valt in zachte handen?

Spreek het niet uit, je weet het antwoord niet.
Misschien kun je nog zingen: een ballade
waarin je heel je zwerftocht overziet,

je dwalingen, de golfslag van het kwade?
Zing dan zo hard je kunt dat ene lied:
hoe zacht een mens kan vallen, in genade.

Rikkert Zuiderveld

Slide 3 - Slide

Deze les
Taal H4: Kindertaalverwerving
Quiz
Prijsuitreiking

Slide 4 - Slide

Hoe leren kinderen taal?

Slide 5 - Slide

Leerdoel
Je leert hoe taalverwerving werkt en welke opvattingen er zijn over taalverwerving.
Je oefent met samenvatten.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Wat ga je doen?
- Lees p.22 t/m 25.
- Vat elke paragraaf in één zin samen.
- Noteer de betekenis van alle schuingedrukte begrippen.

Slide 8 - Slide

Taalverwerving begint zodra een baby geboren is.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Dat kinderen betekenis gaan toekennen aan hun gebrabbel noem je
A
fonologische vaardigheden
B
semantische vaardigheden
C
syntactische vaardigheden
D
morfologische vaardigheden

Slide 10 - Quiz

Geef een voorbeeld van overgeneralisatie die een peuter soms toepast.

Slide 11 - Open question

Een voorbeeld van een pragmatische vaardigheid is
A
klanken van elkaar kunnen onderscheiden
B
grammaticale regels toepassen
C
werkwoorden verbuigen
D
een succesvol gesprek voeren

Slide 12 - Quiz

Volgens het 'behaviorisme' is vooral de taalomgeving belangrijk bij het verwerven van taal.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Een bekende vertegenwoordiger van het 'behaviorisme' was Noam Chomsky.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

De grammaticaregels die alle talen delen, noemt Chomsky
A
principes
B
parameters

Slide 15 - Quiz

Wat is volgens cognitieve taalkundigen de basis van het menselijk taalvermogen?
A
de taalomgeving
B
de universele grammatica
C
patroonherkenning
D
sociaal instinct

Slide 16 - Quiz

De hamvraag: Is taal aangeboren of aangeleerd?
Aangeboren
Aangeleerd
Beide

Slide 17 - Poll