This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
communicatie problemen
Slide 1 - Slide
Doel
Je communiceert professioneel met een zorgvrager die zich niet goed kan uiten
Slide 2 - Slide
Zorgpad
Collectie: Zorg algemeen
Thema: communicatie in de zorg
Leerpad 7: communiceren met een zv die zich niet goed kan uiten
Slide 3 - Slide
Wat zijn de twee belangrijkste aspecten van communicatie
Slide 4 - Open question
Communiceren via whatsapp is verbale communicatie
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quiz
Taal-spraakstoornis
Taal- of spraakstoornissen kunnen ontstaan door veroudering, niet-aangeboren hersenletsel of een andere aandoening.
Kan komen door: taal niet begrijpen, niet goed kunnen horen/zien, prikkelverwerking, spieren
Slide 6 - Slide
Er is 1 vorm van afasie
A
ja
B
nee
Slide 7 - Quiz
Mensen met afasie kunnen problemen ervaren in : spreken - begrijpen - lezen - schrijven
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Video
Slide 10 - Video
Klachten/symptomen afasie
Zoeken naar woorden / niet op woorden komen.
Veel pauzes tijdens spreken of vaker 'uh' zeggen.
Klanken of delen van woorden verwisselen.
Een woord kan ook vervangen worden door een niet bestaand woord
Lang denken voor spreken.
Matige deelname aan gesprek met meerdere personen.
Slide 11 - Slide
Opdracht: Maak tweetalen:
Samen kiezen jullie een taal- of spraakstoornis en je maakt hierover voorlichtingsmateriaal. Zoals een poster of flyer .
Deze laat je aan het einde van de les zien in de klas
Kies de taal- of spraakstoornis waarover de voorlichting gaat. Kies uit:
o dysartrie
o spraakapraxie
o sensorische verwerkingsstoornis
o afasie van Broca
o afasie van Wernicke
o globale afasie
o laaggeletterdheid
o taalbarrière
Slide 12 - Slide
Opdracht- materiaal moet voldoen aan:
Bepaal welk voorlichtingsmateriaal het best bij deze aandoening past. Een folder met alleen tekst is bijvoorbeeld geen goed idee bij iemand die niet kan lezen.
Maak voorlichtingsmateriaal voor de zorgvrager zelf.
Maak hierin duidelijk:
o wat de aandoening precies inhoudt
o welke gevolgen de aandoening kan hebben
o wat de zorgvrager zelf kan doen om de communicatie te verbeteren