2.2. Rivieren van ijs

Van de bergen 
naar de zee



H2.2: Rivieren van ijs



1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Van de bergen 
naar de zee



H2.2: Rivieren van ijs



Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

  • Herhaling P1: De vorming van de Alpen
  • Start van P2: Rivieren van ijs

Slide 2 - Slide

Regels tijdens de les
  1. Er is maximaal één iemand aan het woord.
  2. Je steekt altijd je vinger op als je iets wilt zeggen.
  3. We gaan met respect met elkaar en elkaars spullen om.
  4. Telefoons staan op stil en zit in je tas.
  5. Zorg dat je al je spullen bij je hebt: Schrift, werkboek, lesboek en Chromebook.

Slide 3 - Slide

Lesdoelen vorige les
  1. Je kunt 4 verschillen benoemen tussen een jong en oud gebergte.
  2. Je kunt de 4 verschillende reliëfvormen met hun hoogtes benoemen. (B77)
  3. Je kunt de erosie en verwering van de bergen uitleggen.

Slide 4 - Slide

THE GROTE H2.1 QUIZ!!!



"Van de bergen naar de zee"

Slide 5 - Slide

"De Alpen zijn ontstaan doordat...."
A
Aardplaten langs elkaar bewegen
B
Platen uit elkaar bewegen
C
Platen tegen elkaar aan bewegen
D
Als er bergen zijn bewegen platen niet

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

"Veroorzaakt door levende organismen."
A
Mechanische verwering
B
Biologische verwering
C
Chemische verwering

Slide 8 - Quiz

Noem twee voorbeelden van
endogene krachten

Slide 9 - Open question

"Gesteente kan in stukken breken door temperatuurverschillen."
A
JA
B
NEE

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

"Gesteente zet uit bij warmte en krimpt bij afkoeling."
A
Dat klopt niet....
B
Jazeker, dat klopt wel!

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Noem twee voorbeelden van
exogene krachten

Slide 15 - Open question

Een gebied onder de 500m zonder hoogteverschillen.
A
Plateau
B
Laagvlakte

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

"Nederland" heeft de reliefvorm....
A
Hooggebergte
B
Laaggebergte
C
Heuvels
D
Laagland

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

"Ardennen"
A
Hooggebergte
B
Laaggebergte
C
Heuvels
D
Laagland

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Meeste pieken tussen de 200 en 500 meter hoogte.
A
Hooggebergte
B
Laaggebergte
C
Heuvels
D
Laagland

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

"Steile hellingen"
A
Oud gebergte
B
Jong gebergte

Slide 24 - Quiz

"Alpen"
A
Oud gebergte
B
Jong gebergte

Slide 25 - Quiz

"Afgeronde toppen"
A
Oud gebergte
B
Jong gebergte

Slide 26 - Quiz

Jong of oud?

Slide 27 - Slide

Jong of oud?

Slide 28 - Slide

H2.2: Rivieren van ijs

Slide 29 - Slide

De lesdoelen van vandaag
  1. Je kunt uitleggen hoe een gletsjer ontstaat, gebruik hiervoor de volgende begrippen: neerslag, firn, bassin en gletsjer.
  2. Je kunt 3 soorten morenen benoemen met de juiste locatie bij een gletsjer.

Slide 30 - Slide

De eerste helft van H2.2
  • We lezen samen "H2.2: Rivieren van ijs".
  • Tijdens het lezen schrijf je alle blauwe woorden op met twee witregels eronder.

  • Hierna ga je de betekenis bij alle woorden schrijven door deze op te zoeken in de Finish (40-41).

Slide 31 - Slide

Aan de slag!
  • Je leest de tekst op pagina 26/27 in je lesboek.
  • Je leest B86 en B87 in je basisboek.
  • Je maakt de opdracht 1 t/m 4 in je werkboek.
Regels wanneer je aan het werk bent: 
  • Je werkt alleen en in stilte.
  • Wanneer je een vraag hebt steek je je vinger op.
KLAAR?  
  • Open Classroom op je Chromebook en werk paragraaf 1 van de kennen- en kunnenlijst uit. 

Slide 32 - Slide