les 2 - 2VAc - periode 2

Welkom, ga op je vaste plek zitten. Leg je aantekeningenschrift, werkboek en lesboek op tafel. 
Online? Welkom! Hopelijk ben je snel weer beter! Log in op www.Lessonup.nl met de lescode die hier linksonder staat!
timer
3:00
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom, ga op je vaste plek zitten. Leg je aantekeningenschrift, werkboek en lesboek op tafel. 
Online? Welkom! Hopelijk ben je snel weer beter! Log in op www.Lessonup.nl met de lescode die hier linksonder staat!
timer
3:00

Slide 1 - Slide

Telefoon in telefoontas of eigen tas

Slide 2 - Slide

Vandaag
- Herhaling §2.1 & HW bespreken
- Uitleg §2.2
- Bespreken RTTI H1
- Exit ticket

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Welke van deze twee afbeeldingen laat een stad zien? 

Slide 5 - Slide

Lastige definitie steden:

Aan welke kenmerken kunnen we zien dat het gaat om steden?

Slide 6 - Slide

Wat zijn de vier kenmerken van een stad?

Slide 7 - Open question

wereldstad

megastad

hoofdstad
bestuurscentrum van land

10 miljoen inwoners

geen grote rol in wereld
 belangrijk op wereldniveau

Slide 8 - Drag question

Chromebook dicht

Slide 9 - Slide

Bespreken huiswerkopdrachten: H2. Schaalrekenen: opdr. 1,2,3 & 2.1: opdr. 3,4,5  

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Leerdoel §2.1 


  • Waar liggen de grootste steden en waarom juist daar?

Slide 12 - Slide

Theorie §2


Spreiding van wereldsteden

Slide 13 - Slide

§2 De Spreiding van wereldsteden

Slide 14 - Slide

Welk verschil zie je tussen de ligging van steden in de rijke en arme delen van de wereld?

Slide 15 - Slide

VS
  • Meerdere grote steden verspreid over het land liggen
  • Steden onderling goed zijn verbonden
  • Stedelijk patroon kun je omschrijven als een stedelijk netwerk

Slide 16 - Slide

Primate City
  • Veel ontwikkelingslanden hebben één megastad, een primate city
  • Een primate city is veel groter dan tweede stad van het land
  • Voorbeeld: Bangkok in Thailand is 16 keer zo groot als tweede stad van het land

Slide 17 - Slide

Spreiding steden verklaren (1)
Kenmerken van het gebied (absolute ligging)
  • vlakke vruchtbare gebieden
  • kruispunten handelswegen
  • vindplaats grondstoffen

Slide 18 - Slide

Spreiding steden verklaren (2)
Kenmerken t.o.v. andere plaatsen (relatieve ligging), zoals:
  • midden in het land, of juist aan de kust
  • goede verbindingen met andere steden
  • Brussel 'spin in het web'

Slide 19 - Slide

Spreiding steden verklaren (3)
  • Steden door koloniale verleden liggen meestal aan de kust
  • Rol steden aan de kust? Exporthaven naar moederhaven
  • Later trokken mensen van het platteland naar deze steden waardoor sommige steden uitgroeiden tot megasteden

Slide 20 - Slide

Spreiding steden verklaren (4)
  • Tunis: voorbeeld koloniale dubbelstad
  • De verschillen tussen de medina en de westerse stad zijn:                     - medina is ommuurd                             - westerse stad grenst aan haven   - verschil in wegenpatroon/breedte van wegen

Slide 21 - Slide

Wat betekent paarse kleur voor Argentinië? 

Slide 22 - Slide

Relatie: hoe hoger de verstedelijkingsgraad, hoe meer/minder de stedelijke bevolking toeneemt.

Slide 23 - Slide

Patroon
Sinds 1970 meer mensen vanaf platteland naar steden: verstedelijking

Vooral in Azië en Afrika


Men trekt naar stad voor een betere toekomst


Men sticht een gezin.

Slide 24 - Slide

§2 Aantekening
Spreiding steden
Absolute ligging
Relatieve ligging
Koloniale verleden
Vlakke vruchtbare gebieden, vindplaats grondstoffen
Midden in het land, goede verbindingen andere steden
Kustgebieden: exporthaven naar moederhaven

Slide 25 - Slide

Aan de slag: individueel Zs
1. Pak werkboek.
2. Maken opdrachten H2.2  opdr. 1,2,5,6,7
3. Atlas nodig? Pak deze uit de kast. 
5. Klaar? Maken samenvatting paragraaf 2.2



timer
15:00

Slide 26 - Slide

Reflectie

  1. Stad, wereldstad, megasteden?
  2. Kenmerken stad?
  3. Herkennen arme en rijke steden?
  4. Waar liggen de grote steden en waarom juist daar?

Slide 27 - Slide