Nederlands - Woordenschat - DZ - H4

NEDERLANDS
WOORDENSCHAT DIENSTVERLENING EN ZORG

4. HYGIËNE
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BurgerschapsonderwijsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

NEDERLANDS
WOORDENSCHAT DIENSTVERLENING EN ZORG

4. HYGIËNE

Slide 1 - Slide

Maak opdracht 1
bladzijde 39

Slide 2 - Slide

Hygiëne

Slide 3 - Mind map

HYGIËNE
Bladzijde 39 t/m 41

Slide 4 - Slide

Wat zie je op de foto?

Slide 5 - Slide

Waarom zit er een 35% korting sticker op een van deze producten?

Slide 6 - Slide

Bekijk het filmpje.
  • Wat zie je over houdbaarheidsdatum en bacteriën en schimmels?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Maak opdracht 2 t/m 9
bladzijde 41 t/m 44

Slide 9 - Slide


Welke zin klopt?
A
Hygiëne betekent dat voedsel bederft.
B
Vlees dat over de houdbaarheidsdatum is, kun je nog eten.
C
Door bacteriën en schimmels kan voedsel bederven.
D
Door het verhitten van vlees, bederft het sneller.

Slide 10 - Quiz

Wat herken je in het filmpje?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

HYGIËNE 2
Bladzijde 44 en 45

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video


Welke zin klopt?
A
Ongedierte zorgt voor hygiëne in de keuken.
B
Bij een kruisbesmetting heb je bijvoorbeeld eerst kip gesneden op een plank, en daarna wortelen.
C
Rauw betekent dat je eten door en door hebt verhit.
D
Materialen zijn de ingrediënten van een recept.

Slide 15 - Quiz

Maak opdracht 10 t/m 18
bladzijde 46 t/m 49

Slide 16 - Slide

      Maak een kloppende zin met het woord.

Slide 17 - Slide

Maak opdracht 19
bladzijde 49

Slide 18 - Slide

hygiëne

Slide 19 - Mind map