Beleef Advent en Kerst: Een les over de betekenis en tradities

Beleef Advent en Kerst: Een les over de betekenis en tradities
1 / 19
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Beleef Advent en Kerst: Een les over de betekenis en tradities

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat Advent en Kerst betekenen en kun je enkele adventstradities noemen.

Slide 2 - Slide

Leg de leerdoelen uit en benadruk het belang van begrip van deze feestdagen.
Wat weet jij al over Advent en Kerst?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is Advent?
Advent is de tijd van voorbereiding op Kerst. Het begint op de 4e zondag voor Kerst en duurt 4 weken.

Slide 4 - Slide

Leg uit wat Advent is en waarom het belangrijk is in de voorbereiding op Kerst.
Adventskrans
De Adventskrans is een krans van groenblijvende takken met vier kaarsen erop. Elke zondag wordt er een extra kaars aangestoken totdat alle vier branden op de laatste zondag voor Kerst.

Slide 5 - Slide

Laat een afbeelding zien van een adventskrans en bespreek de betekenis van de kaarsen.
What is the significance of the Advent wreath?
A
Each candle represents a week of preparation for Christmas
B
Each candle represents a day of preparation for Christmas
C
Each candle represents a month of preparation for Christmas
D
Each candle represents a year of preparation for Christmas

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

When does Advent start and how long does it last?
A
Begins on December 1st and lasts 3 weeks
B
Begins on the 1st Sunday before Christmas and lasts 5 weeks
C
Begins on Christmas Day and lasts until New Year's Day
D
Begins on the 4th Sunday before Christmas and lasts 4 weeks

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

What is Advent?
A
A time of celebration after Christmas
B
A time of fasting before Christmas
C
A time of preparation for Christmas
D
A time of rest after Christmas

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Kerstverhaal
Het Kerstverhaal vertelt over de geboorte van Jezus in een stal in Bethlehem. Het wordt vaak voorgelezen of opgevoerd tijdens Kerst.

Slide 9 - Slide

Bespreek de betekenis van het Kerstverhaal en waarom het zo'n belangrijk onderdeel is van de kerstviering.
Kersttradities
Er zijn veel verschillende kersttradities over de hele wereld, zoals het zingen van kerstliederen, het versieren van een kerstboom en het geven van cadeaus.

Slide 10 - Slide

Beschrijf enkele van de meest voorkomende kersttradities en geef voorbeelden van verschillende landen.
Wat is een veelvoorkomende kersttraditie in Nederland?
A
Het beklimmen van bergen
B
Het vliegen in een luchtballon
C
Het eten van gourmetten
D
Het zwemmen in de zee

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke activiteit is een kersttraditie?
A
Het zingen van kerstliederen
B
Het dansen op hip-hop muziek
C
Het spelen van basketbal
D
Het maken van pizza

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn enkele kersttradities?
A
Het vieren van Halloween
B
Het versieren van een kerstboom
C
Het eten van sushi
D
Het geven van cadeaus

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Kerstman
De Kerstman is een figuur die cadeaus brengt aan kinderen op kerstavond. Hij is gebaseerd op de heilige Sint-Nicolaas.

Slide 14 - Slide

Leg uit waar de kerstman vandaan komt en waarom hij zo'n populaire figuur is tijdens Kerst.
Kerstliederen
Kerstliederen zijn een belangrijk onderdeel van de kerstviering. Traditionele kerstliederen zijn bijvoorbeeld 'Stille Nacht' en 'Hark! The Herald Angels Sing'.

Slide 15 - Slide

Laat enkele voorbeelden van kerstliederen horen en bespreek waarom muziek zo'n belangrijk onderdeel is van de kerstviering.
Kerstdiner
Het kerstdiner is vaak een speciale maaltijd die wordt gedeeld met familie en vrienden. Traditionele gerechten zijn bijvoorbeeld kalkoen en kerstpudding.

Slide 16 - Slide

Bespreek de rol van het kerstdiner en de betekenis van het delen van voedsel tijdens de kerstviering.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.