What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Instructie 6.5 en 6.6
1 / 43
next
Slide 1:
Slide
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
43 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Sommige planten hebben luchtkanalen in hun stengels. Welke planten zijn dit?
A
cactussen
B
landplanten met grote, dunne bladeren
C
landplanten met kleine, dikke bladeren
D
waterplanten
Slide 18 - Quiz
Waarom hebben de bladeren van een cactus de vorm van een stekel?
A
Zodat de plant minder vocht verdampt
B
Tegen koude nachten in de woestijn
Slide 19 - Quiz
Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
(twee antwoorden zijn goed)
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel
Slide 20 - Quiz
Een plant in een droog gebied heeft vaak
A
Een groot wortelstelsel
B
Een klein wortelstelsel
Slide 21 - Quiz
Waarom bloeien sommige schaduwplanten in het voorjaar?
A
Omdat het dan lekker warm is
B
Omdat de bomen nog niet vol blaadjes zitten waardoor er nog genoeg zon is
C
Iedere plant bloeit in het voorjaar
Slide 22 - Quiz
Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel
Slide 23 - Quiz
Bij paardenbloemen sterven bovengrondse delen af in de winter.
Waar is dit een voorbeeld van?
A
aanpassing van plant aan het licht
B
aanpassing van plant aan de temperatuur
C
aanpassing van plant aan water
Slide 24 - Quiz
In een vochtig milieu hebben planten
A
grote bladeren, klein wortelstelsel
B
kleine dikke bladeren, een groot wortelstelsel
Slide 25 - Quiz
Zonplanten hebben weinig licht nodig
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Schaduwplanten komen voor als bodembedekking
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Welke aanpassing hebben bloemen niet als functie om de kans op bestuiving te vergroten
A
Grote bloemen
B
Gekleurde bloembladeren
C
Geur
D
Groene kroonbladeren
Slide 28 - Quiz
Schaduwplanten hebben:
A
dikke bladeren
B
bladeren met een waslaag
C
dunne bladeren
Slide 29 - Quiz
Een waterlelie zit met zijn wortels in de bodem vast
A
juist
B
onjuist
Slide 30 - Quiz
Hoe gebruikt deze vogel zijn snavel bij het verkrijgen van voedsel?
A
kraakt noten en harde zaden
B
prikt bodemdiertjes uit de grond
C
verscheurt een prooi
D
zeeft kleine plantjes uit het water
Slide 31 - Quiz
Een struisvogel valt onder de groep
A
Loopvogels
B
Steltlopers
C
Roofvogels
D
Zangvogels
Slide 32 - Quiz
Welke dieren zijn gestroomlijnder?
A
land dieren
B
water dieren
Slide 33 - Quiz
Deze poten zijn van een....
A
steltloper
B
loopvogel
C
roofvogel
D
watervogel
Slide 34 - Quiz
Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel
Slide 35 - Quiz
Bij paardenbloemen sterven bovengrondse delen af in de winter.
Waar is dit een voorbeeld van?
A
aanpassing van plant aan het licht
B
aanpassing van plant aan de temperatuur
C
aanpassing van plant aan water
Slide 36 - Quiz
Zoolganger
Hoefganger
Teenganger
Loopt op de gehele voetzool
Loopt op de tenen.
Loopt op de top van de tenen.
tenen en nagels zijn vergroeid tot hoef.
Slide 37 - Drag question
kegelsnavel
zeefsnavel
priemsnavel
pincetsnavel
haaksnavel
Slide 38 - Drag question
Waar horen honden bij?
A
hoefgangers
B
teengangers
C
zoolgangers
Slide 39 - Quiz
Hoe heeft de poolvos zich aangepast aan zijn omgeving?
A
kleur vacht valt niet op in de omgeving
B
hij kan heel erg goed sluipen
C
zachte vacht zorgt voor warmte
D
kleine oren daardoor minder verlies van warmte
Slide 40 - Quiz
Hoe raakt de woestijnvos zijn warmte kwijt?
A
doordat hij wit is
B
doordat hij hele grote oren heeft
C
door hard te rennen
Slide 41 - Quiz
Hoe komt het dat dieren in het water zo ontzettend groot kunnen zijn?
A
ze hebben veel te eten
B
het water draagt hen
C
ze hebben hele grote botten
Slide 42 - Quiz
Waarom hebben olifanten zulke stevige poten?
A
kunnen ze harder rennen
B
kunnen ze beter trappen
C
om hun zware skelet te kunnen dragen
Slide 43 - Quiz
More lessons like this
Instructie 2.5 Aanpassingen bij dieren
September 2021
- Lesson with
22 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
W38 BIO 4B BS 1 T/M 4 Thema 2
October 2022
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Instructie 2.5 en 2.6
October 2022
- Lesson with
31 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
Ecologie Basisstof 5 en 6: aanpassingen bij dieren en planten
March 2023
- Lesson with
27 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
4BB ECOLOGIE - thema 2 - BVJ
October 2020
- Lesson with
41 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Instructie 6.5 Aanpassingen bij dieren
May 2023
- Lesson with
22 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 3
2.6 Aanpassingen bij planten
October 2024
- Lesson with
25 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
T6 herhaling met quiz
April 2023
- Lesson with
51 slides
Biologie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3