Vertaaltoets Somnium Aeneae

Vertaaltoets Somnium Aeneae
Oei, dat was best een zware dobber...
1 / 22
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vertaaltoets Somnium Aeneae
Oei, dat was best een zware dobber...

Slide 1 - Slide

Lees de inleiding!
Grieken vs Trojanen.
Grieken zijn stad (Troje dus) binnengekomen
Hector = Trojaan en dood
Aeneas = Trojaan

Wat weet je nog over Aeneas uit het vorige thema?

Slide 2 - Slide

Nocte Aeneas dormit in lecto. (1 pt)

's Nachts slaapt Aeneas in bed.
 
   

Slide 3 - Slide

Subito apparet ei umbra Hectoris. (2 pt)

Plotseling verschijnt aan hem de schim van Hector.

Slide 4 - Slide

Dicit Aeneae Hector: (1 pt)

Hector zegt tegen Aeneas:

Slide 5 - Slide

Dicit Aeneae Hector: (1 pt)

Hector zegt tegen Aeneas:

Slide 6 - Slide

“Milites Graecorum iam in urbe sunt. (2 pt)

"De soldaten van de Grieken zijn al in de stad.

Slide 7 - Slide

Arcem Troiae tenent (2 pt)

Ze bezetten de burcht van Troje

et gladiis et armis cives necant ubique in urbe! (2 pt)

en met zwaarden en wapens doden ze burgers overal in de stad!

Slide 8 - Slide

Cum Troianis pugnant et mox superant! (2 pt)

Ze vechten met (de) Trojanen en overwinnen spoedig!

Slide 9 - Slide

Igne urbem delent. (1 pt)

Ze vernietigen de stad met vuur.

Slide 10 - Slide

 Eos retinere aut populum protegere non iam potes. 
(2 pt)

Hen tegenhouden of het volk beschermen kun je niet meer.

Of: Je kunt hen niet meer tegenhouden of het volk beschermen.

Slide 11 - Slide

Ideo fuge (1 pt)

Vlucht daarom

et porta tecum patrem et uxorem et filium et Penates urbis!” (2 pt)

en draag met jou je vader, (en) echtgenote/vrouw, (en) zoon en de huisgoden/Penaten van de stad.

Slide 12 - Slide

Aeneas statim excitatur (1 pt)

Aeneas staat meteen op

et uxori dicit: (1 pt)

en zegt tegen zijn vrouw/echtgenote:

Slide 13 - Slide

Fugere debemus. (1 pt)

We moeten vluchten.

Slide 14 - Slide

Dei Troiae non iam favent. (2 pt)

De goden steunen Troje niet meer.

Slide 15 - Slide

In viis hostes currere video. (2 pt)

Ik zie (de) vijanden rennen in de straten.

Slide 16 - Slide

 Post decem annos Graeci tandem dolo in urbem intraverunt.” (2 pt)

Na tien jaar zijn de Grieken eindelijk met een list de stad binnengekomen.

Slide 17 - Slide

Pater fugere recusat et dicit: (2 pt)

Vader weigert te vluchten en zegt:

Slide 18 - Slide

“Si Troiam amamus, (1 pt)

Als wij van Troje houden,

pugnare et auxilium deorum orare debemus".” (2 pt)

moeten we vechten en smeken om (de) hulp van de goden."

Slide 19 - Slide

Aeneas autem respondet: (1 pt)

Aeneas antwoordt echter:

Slide 20 - Slide

“Immo, nemo Troiam servare potest. (1 pt)

"Integendeel, niemand kan Troje redden.

Slide 21 - Slide

Hodie est dies ultimus Troiae." (1 pt)

Vandaag is de laatste dag van/voor Troje."

Slide 22 - Slide