Clase 14_P1 3HV Cap 5 Verbos irregulares -1

¡Bienvenidos a tu clase de español!
14
Hoy es jueves, 
14 de octubre 
de 2021
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a tu clase de español!
14
Hoy es jueves, 
14 de octubre 
de 2021

Slide 1 - Slide

Los números, paso a paso: Stappenplan 
¿Qué vas a hacer?:  
¿Cómo?:  Trabajas solo. (Te permito escuchar música ) Solo puedes hablar con la voz muy baja.
¿Cuánto tiempo?: 10 minutos
Objetivo (doel): Hierna weet je de getallen tot een miljoen

Slide 2 - Slide

1) Onregelmatige werkwoorden met klankveranderingen in de stam :
(e > i) , (o > ue) , (u > ue) (e > ie)

2)  Lezen ( 20 m) alleen + hardop lezen

3) Verbuga gebruiken met nieuwe werkwoorden.

  
El programa de hoy

Slide 3 - Slide

Los objetivos de esta clase

1. Jullie gaan in deze les leren hoe je in het Spaans werkwoorden kunt vervoegen waarbij er een klankverandering in de stam 
2. Jullie gaan leren hoeveel verschillende klankveranderingen daarvan  zijn en maken oefeningen daarover.
De doelen voor deze les

Slide 4 - Slide

Verbos irregulares
Er zijn onregelmatige werkwoorden:
  1. - die geheel afwijken (zoals SER, IR)
  2. - waar alleen de 1e persoon afwijkt. (zoals ESTAR)
  3. - die klinkerwisselingen in de stam hebben. (zoals QUERER)
  4. - waar de eerste persoon afwijkt én die een klinkerwisseling hebben. (zoals TENER)

Onregelmatige werkwoorden

Slide 5 - Slide

0

Slide 6 - Video

Werkwoorden met klankverandering in de stam 
(pág. 49 de tu libro rojo)
Hay 4 grupos:
1.  cerrar (e >ie)
2. poder ( o>ue)
3. jugar (u_ue)
4. pedir (e>i)

Slide 7 - Slide

Unos ejemplos
1. cerrar (e >ie) : sentir, empezar, perder ,querer y tener

2. poder (o>ue): encontrar, costar, dormir y volver

3. jugar (u>ue): -

4.pedir (e>i): servir, vestir, repetir y seguir
TAREA: Zoek de betekenis van deze werkwoorden op (10m) en schrijf ze in je schrift.

Slide 8 - Slide

unos ejemplos
1. cerrar (e >ie) : sentir, empezar, perder ,querer y tener
>> voelen, beginnen, verliezen, willen, hebben
2. poder (o>ue): encontrar, costar, dormir y volver
>> kunnen, ontmoeten /tegenkomen, kosten, slapen, terugkeren
3. jugar (u>ue): - spelen
4.pedir (e>i): servir, vestir, repetir y seguir
>> vragen/ bestellen, serveren, aankleden, herhalen, volgen
TAREA: Zoek de betekenis van deze werkwoorden op (10m) en schrijf ze in je schrift.

Slide 9 - Slide

¿Qué vas a hacer?: hacer tareas 13, 14, 15 y 16. 
LEES EERST GOED p 68-70 voordat je aan de opdrachten begint
¿Qué necesitas?:  Tu libro verde: páginas 71-73
¿Cómo?: Tú trabajas solo o sola ; Alleen, zelfstandig werken 

¿Cuánto tiempo?: 30 minutos
Objetivo (doel): Je oefent met dit grammatica-onderdeel voor het PW

He terminado la tarea ¿y ahora?/ Klaar, en nu?
Verder leren >>>> voca 5.1 , 5.2, 5.3 en 
ww roze blad.(25-40) daarna leesboekje
Trabajo autónomo
-
Zelfstandig werk
Paso a paso: Stappenplan 

Slide 10 - Slide

APRENDER (LEREN):  
voca 5.1 , 5.2 en 5.3 (WB of via Quizlet)
+ Werkwoorden 25-40

HACER (MAKEN):
Libro verde: ejercicios 13, 14, 15 en 16 


Los deberes para la próxima clase
(het huiswerk voor de volgende les...)
¡Mucha suerte!; Veel succes!

Slide 11 - Slide

y... ¿Qué has aprendido hoy?
¿Hay preguntas? (zijn er vragen?)

Slide 12 - Slide