2.6 Aanpassingen bij planten

Welkom!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Planning
1. Magister
2. Terugblik
3. Leerdoelen van vandaag
4. Uitleg
5. Check
6. (Zelfstandig) werken
7. Afsluiten

Slide 2 - Slide

welke dieren zijn gestroomlijnder?
A
landdieren
B
waterdieren

Slide 3 - Quiz

Dit is een...
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 4 - Quiz

Is de giraffe een zoolganger, een teenganger of een topganger?
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 5 - Quiz

En de mens?
A
Zoolganger
B
Topganger
C
Teenganger
D
Hoefganger

Slide 6 - Quiz

deze poten zijn van een?
A
steltloper
B
loopvogel
C
roofvogel
D
watervogel

Slide 7 - Quiz

Welke snavel zie je?
A
Kegelsnavel
B
Pincetsnavel
C
Priemsnavel
D
Zeefsnavel

Slide 8 - Quiz

Welke snavel zie je?
A
Kegelsnavel
B
Pincetsnavel
C
Haaksnavel
D
Zeefsnavel

Slide 9 - Quiz

Insecteneters hebben een
A
Kegelsnavel
B
Pincetsnavel
C
Haaksnavel
D
zeefsnavel

Slide 10 - Quiz

Zadeneters hebben een
A
Kegelsnavel
B
Pincetsnavel
C
Haaksnavel
D
Zeefsnavel

Slide 11 - Quiz

Leerdoelen
1. Je kunt benoemen welke aanpassingen planten hebben voor een droge omgeving.
2. Je kunt benoemen welke aanpassingen planten hebben voor een vochtige omgeving.
3. Je kunt benoemen welke aanpassingen planten hebben voor licht en schaduw.

Slide 12 - Slide

Aanpassingen droge omgeving
Blad met klein oppervlak, dik waslaagje, weinig huidmondjes

Slide 13 - Slide

Aanpassingen aan de droogte
Planten kunnen ook aanpassingen hebben om uitdroging tegen te gaan.
Bladeren
  • Groot plat = veel fotosynthese +
veel verdamping.
  • Klein dik blad = minder fotosynthese + houden vocht beter vast.




Slide 14 - Slide

Aanpassingen vochtige omgeving
  • Veel huidmondjes aan oppervlakte blad.
  • Grote dunne bladeren.
  • Dun waslaagje.

Slide 15 - Slide

Aanpassing waterplanten
  • Blad drijft op het water.
  • Stengels slap met lucht-
kanalen.

Door luchtkanalen zuurstof
van blad naar wortels.

Slide 16 - Slide

Aanpassingen aan het licht

  • Zonplanten: veel zon nodig. In open veld of woestijn.
  • Schaduwplanten: groeien onder bomen (groot, dun donkergroen blad door groot aantal bladgroenkorrels).

Slide 17 - Slide

Klimplanten
  •  Met hechtwortels aan muur of gastheer vast.
  • Sommigen nemen voedingsstoffen van gastheer op.
  • Groeien snel! Hoe hoger ze komen hoe meer licht ze vangen.

Slide 18 - Slide

Rozetvormende planten
  • Bladeren zitten vlak boven wortel boven de grond vast.
  • Bladeren overleven goed onder de sneeuw.
  • Bloei d.m.v. lange stengel aan het rozet die bloemen draagt.


Slide 19 - Slide

Check
Waslaagje
Zonplanten
Schaduwplanten
Voorjaarsbloeiers
Klimplanten
Wortelrozet

Slide 20 - Slide

Werktijd: Maken 2.6

Slide 21 - Slide