13 februari

1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

  • Boggle
  • les devoirs
  • les saisons et les mois
  • lire
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend met de seizoenen en de maanden
  • heb ik geoefend met lezen in het Frans

Slide 3 - Slide

Maak zoveel mogelijk woorden
Puntentelling:

Slide 4 - Slide

Boggle! Maak zoveel mogelijk woorden!
timer
4:00

Slide 5 - Slide

Maak zoveel mogelijk woorden


Tel je punten!

Slide 6 - Slide

Les devoirs - apprendre 1
blz 110 - 5 minuten leren


Daarna overhoren


Ken je het al? Leer dan apprendre 2 en/of de seizoenen en maanden
timer
5:00

Slide 7 - Slide

de beschrijving
alles
très
la taille
carré
licht
vierkant
léger
de beschrijving
de maat
tout
erg, heel

Slide 8 - Drag question

quelle est la forme de l'objet?
A
Carré
B
Ovale
C
Rond
D
Rectangulaire

Slide 9 - Quiz

En bois
Carré
Lourd
Rond
En verre
Léger

Slide 10 - Drag question

Tu peux décrire cet objet?
C'est ....

Slide 11 - Open question

Tu peux décrire cet objet?
C'est ....

Slide 12 - Open question

Exercice 3 et 4
Nakijken (blz 85)

Slide 13 - Slide

Les saisons & les mois
page quatre-vingt-sept

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Exercices C en D blz 87

Maken


Klaar? Leer de seizoenen en maanden uit je hoofd
timer
5:00

Slide 17 - Slide

de lente en de zomer=
A
l'hiver et l'été
B
le printemps et l'automne
C
l'automne et l'hiver
D
le printemps et l'été

Slide 18 - Quiz

de herfst en de winter
A
l'été et l'automne
B
le printemps et l 'hiver
C
l'automne et l'hiver
D
l'automne et le printemps

Slide 19 - Quiz

Vertaal: januari
A
janvier
B
januar
C
janvière
D
january

Slide 20 - Quiz

wat is de goede spelling van augustus?
A
AOET
B
AOUT
C
AHOET
D
AOÛT

Slide 21 - Quiz

schrijf je de maanden met een hoofdletter?
A
nee
B
ja
C
oeps..... geen idee
D
als ik zin heb wel

Slide 22 - Quiz

Hoe vertaal je: mei?
A
mai
B
may
C
mei
D
mey

Slide 23 - Quiz

Welke maand is dit?
juillet
A
Juni
B
Juli
C
April
D
Mei

Slide 24 - Quiz

In de...lente/zomer etc.
au printemps 
en été 
en automne 
en hiver 


Slide 25 - Slide

In de...lente/zomer etc.
au printemps (> 20/3)
en été (> 21/6)
en automne (>22/9)
en hiver (>21/)12


Parler - mon anniversaire est ....

Slide 26 - Slide

in januari / februari etc
en janvier, en février...
Parler - mon anniversaire est ....

Slide 27 - Slide

Lire - blz 86
Exercice 5

vraag 1: lees de intro 
Vraag 2:  bekijk de afbeeldingen en tussenkopjes
Vraag 3: doen we later

Slide 28 - Slide

Lire - blz 86
Exercice 6

- We gaan samen naar de tekst luisteren
- Lees mee

Genre: welke info krijg je?
Scéances: welke info krijg je?

Slide 29 - Slide

Exercice 5 
Vraag 3: probeer de vraag te beantwoorden

Slide 30 - Slide

Exercice 6
In tweetallen

(evt. individueel)


Klaar? Zie volgende slide
timer
10:00

Slide 31 - Slide

Parler
J'ai vu le film..................

J'ai aimé le film parce que...
Je n'ai pas aimé ce film parce que 

Je recommande ce film parce que...
Je ne recommande pas ce film parce que 

Gebruik woorden exercice 3 en het commentaar van Timo
Note la réponse de ton voisin - ta voisine
timer
5:00

Slide 32 - Slide

Les devoirs
Leren apprendre 2 en seizoenen en maanden (blz 110-111)

Jullie mogen nu beginnen

Slide 33 - Slide