Quiz Marketing Module A - JAM258A

Quiz Marketing Module A JAM258A
1 / 21
next
Slide 1: Slide
MarketingMiddelbare schoolMBOLeerjaar 1Studiejaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Quiz Marketing Module A JAM258A

Slide 1 - Slide

Wat is een consistent assortiment?
A
Productgroepen die weinig met elkaar te maken hebben
B
Productgroepen zonder visuele identiteit
C
Productgroepen die logisch bij elkaar passen
D
Productgroepen met verschillende prijsklassen

Slide 2 - Quiz

Wat is line pruning?
A
Het verwijderen van slecht verkopende producten
B
Het toevoegen van nieuwe producten
C
Het uitbreiden van het assortiment
D
Het verhogen van de prijs

Slide 3 - Quiz

Wat is horizontale productdifferentiatie?
A
Producten verschillen in prijs
B
Producten worden uit assortiment gehaald
C
Producten verschillen in kwaliteit
D
Producten verschillen in smaak of stijl

Slide 4 - Quiz

Wat is trading down?
A
Het toevoegen van goedkopere producten
B
Het toevoegen van duurdere producten
C
Het verwijderen van producten
D
Het verhogen van de consistentie

Slide 5 - Quiz

Wat betekent een ‘breed’ assortiment?
A
Veel verschillende productgroepen
B
Producten met lage consistentie
C
Producten met hoge prijzen
D
Veel varianten binnen één productgroep

Slide 6 - Quiz

Wat is een specialty good?
A
Een product waarvoor klanten extra moeite doen
B
Een product dat niemand kent
C
Een product zonder merk
D
Een product dat vaak wordt gekocht

Slide 7 - Quiz

Wat is een convenience good?
A
Een product met hoge merkentrouw
B
Een product dat zelden wordt gekocht
C
Een product dat veel marketing nodig heeft
D
Een product dat snel en zonder moeite wordt gekocht

Slide 8 - Quiz

Wat is co-branding?
A
Het gebruik van een wit merk
B
Het toevoegen van een huismerk
C
Het combineren van twee merken voor één product
D
Het vervangen van een merk

Slide 9 - Quiz

Wat is brand extension?
A
Introductie van een merk in een nieuwe productcategorie
B
Uitbreiding binnen dezelfde productcategorie
C
Samenwerking tussen twee merken
D
Verandering van merknaam

Slide 10 - Quiz

Wat is line stretching?
A
Het verwijderen van producten
B
Het analyseren van klantgedrag
C
Het toevoegen van producten buiten het huidige prijs of kwaliteit segment
D
Het verbeteren van de visuele identiteit

Slide 11 - Quiz

Wat is een paraplumerk?
A
Een merk dat alleen in Nederland bestaat
B
Een merk dat meerdere producten aanbiedt
C
Een merk zonder marketing
D
Een merk dat geen logo heeft

Slide 12 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een global merk?
A
Riverdale
B
Coca-Cola
C
AH Basic
D
Freeway Cola

Slide 13 - Quiz

Wat is een corporate merk?
A
Een merk dat eigendom is van een winkel
B
Een merk dat alleen lokaal bekend is
C
Een merk dat de naam van het bedrijf draagt
D
Een merk zonder visuele identiteit

Slide 14 - Quiz

Wat is een UBR?
A
Een distributiekanaal
B
Een verkoopstrategie
C
Een merknaam
D
Een klantgerichte reden om te kopen

Slide 15 - Quiz

Wat is een USP?
A
Een uniek kenmerk van het product
B
Een unieke reden om te kopen
C
Een algemene marketingstrategie
D
Een visuele identiteit

Slide 16 - Quiz

Wat is een kenmerk van productgerichte marketing?
A
Efficiënte productie en lage kosten
B
Gebruik van sociale media
C
Gepersonaliseerde communicatie
D
Focus op klantbehoeften

Slide 17 - Quiz

Wat is een behoefte volgens marketingdefinitie?
A
Een door marketing gecreëerde wens
B
Een luxeproduct
C
Een voorkeur voor een merk
D
Een fundamenteel tekort zoals honger

Slide 18 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een wens?
A
Zin in een pizza van Domino’s
B
Dorst
C
Veiligheid
D
Honger

Slide 19 - Quiz

Wat is een voordeel van doelgroepbepaling?
A
Hogere productiekosten
B
Minder concurrentie
C
Efficiëntere marketing
D
Minder klantgerichtheid

Slide 20 - Quiz

Welk segmentatiecriterium hoort bij ‘leeftijd’?
A
Demografisch
B
Geografisch
C
Gedragsmatig
D
Psychografisch

Slide 21 - Quiz