COM GT1 les 6

De grote 
gespreksvaardigheden
-quiz
1 / 19
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

De grote 
gespreksvaardigheden
-quiz

Slide 1 - Slide

In welk gesprek worden de wensen en mogelijkheden van de cliënt en de thuiszorgorganisatie zo goed mogelijk in kaart gebracht?
A
Intakegesprek
B
Motivatiegesprek
C
Evaluatiegesprek
D
Voortganggesprek

Slide 2 - Quiz

Waarvan is sprake: Intakegesprek met een cliënt
A
Eenzijdige communicatie
B
Tweezijdige communicatie
C
Meerzijdige communicatie

Slide 3 - Quiz

Vragen stellen tijdens het intakegesprek aan de zorgvrager is non-verbale communicatie.
A
waar
B
niet waar
C
misschien
D
ik weet het niet

Slide 4 - Quiz

Wat is belangrijk bij het voeren van een intakegesprek
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
Ik schrijf alles mee wat de cliënt zegt zodat ik niks vergeet.
B
Ik luister aandachtig en stel doelgericht vragen om tot een juiste conclusie te komen
C
Ik wil duidelijk in kaart hebben hoe de belasting mentaal en fysiek is tijdens het dagelijks functioneren

Slide 5 - Quiz

Wat is actief luisteren
A
Je oren goed gebruiken zodat je alles opvangt
B
achteraf goed samenvatten en afspraken noteren
C
met je volle aandacht zoeken naar het echte verhaal achter de boodschap
D
zorgen dat je met een goede oplossing komt

Slide 6 - Quiz

hoe laat je merken dat je actief geluisterd hebt?
A
door met een goede oplossing te komen
B
door in je eigen woorden te herhalen wat je begrepen hebt van de boodschap
C
door niet op je mobiel te kijken
D
door de ander de hele tijd aan te kijken

Slide 7 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van actief luisteren
A
oogcontact maken
B
rustig en ontspannen zitten
C
iemand een compliment geven
D
geïnteresseerde gezichtsuitdrukking

Slide 8 - Quiz

Wat is GEEN functie van samenvatten?
A
checken of je de ander goed begrijpt
B
De rode draad vasthouden
C
ander geruststellen: 'ik luister echt'
D
feitelijke informatie verzamelen

Slide 9 - Quiz

LSD, de D staat voor Doorvragen. Wat is GEEN voorbeeld van doorvragen.
A
Wat bedoel je met 'de laatste tijd'?
B
Wat is jouw naam?
C
Kun je een voorbeeld hiervan noemen?
D
Van wie heb je dat gehoord?

Slide 10 - Quiz

Wat is geen open vraag?
A
Heeft het gesmaakt?
B
Wat bedoel je precies?
C
Wat vind je van deze les?
D
Hoe heb je de overplaatsing ervaren?

Slide 11 - Quiz

Wat is de gesloten vraag?
A
Hoe gaat het met je?
B
Wat had je precies in gedachten?
C
Heb je daar al lang last van?
D
Kunt u dat uitleggen?

Slide 12 - Quiz

Aan wie stel je bijvoorbeeld een keuze vraag? (lust je kaas of ham?)
Meerdere antwoorden mogelijk
A
Jonge kinderen
B
mensen met een verstandelijke beperking
C
ouderen met dementie
D
jongeren

Slide 13 - Quiz

welk soort vragen kun je beter weinig gesprek stellen? meerdere antwoorden mogelijk
A
confronterende vragen
B
gesloten vragen
C
reflecterende vragen
D
open vragen

Slide 14 - Quiz

welk soort vragen kun je beter helemaal NIET in een gesprek stellen?
A
dubbele vragen
B
gesloten vragen
C
keuzevragen
D
suggestieve vragen

Slide 15 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van een suggestieve vraag?
A
Hoe kijk je achteraf op je rol in die gebeurtenis?
B
Van die keuze heb je zeker wel spijt gekregen?
C
Ben je het met me eens dat het veel beter is om...?
D
Het eten was weer heerlijk hè?

Slide 16 - Quiz

Wat is het doel van social talk? Meerdere antwoorden mogelijk
A
je schept een goede sfeer
B
je stelt je gesprekspartner op z'n gemak
C
je wilt starten met het gesprek
D
je wilt dat hij/zij weet hoe lang het gesprek duurt

Slide 17 - Quiz

In de planningsfase bespreek je: (meerdere antwoorden mogelijk)
A
het doel van het gesprek
B
de reden van het gesprek
C
de randvoorwaarden zoals tijd
D
de SMART afspraken

Slide 18 - Quiz

Is er nog een onderdeel wat je niet snapt/lastig vindt?

Slide 19 - Open question