Paragraaf 3 India

India
1 / 15
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

India

Slide 1 - Slide

Verschil in reliëf 
Hooggebergte
Laagvlakte
Kustvlakten 
Hoogvlakte 

Slide 2 - Slide

Hooggebergten
Himalaya 
Mount Everest 
altijd bedekt met sneeuw en ijs. 

Slide 3 - Slide

Laagvlakten 
Gangesvlakte 
Rivier de Ganges
Overstroomt vaak 

Slide 4 - Slide

Kustvlakten
Liggen aan de zee 
zijn dichtbevolkt 

Slide 5 - Slide

Hoogvlakte 
een hoogvlakte met een licht golvend landschap van zo’n 400 tot 800 m hoog. Er valt niet veel regen. Het gebied ligt in de regenschaduw van een gebergte

Slide 6 - Slide

Geen seizoenen
Natte en droge tijd.
Nat -> lage druk gebied 
Droog -> hoge druk gebied 

Slide 7 - Slide

Moesson
Halfjaarlijks van richting wisselende wind.

Slide 8 - Slide

Regentijd in de zomer.
 Overdag 40 °C 
Door die hitte gaat de lucht stijgen, waardoor er aan de grond een tekort aan lucht ontstaat: een lagedrukgebied . Het tekort boven land wordt aangevuld met lucht van zee. Die vochtige, tropische zeewind vanaf de Indische Oceaan heet de zuidwestmoesson .

Slide 9 - Slide

Boven land stijgt de lucht en koelt af: er vormen zich dikke regenwolken. Die zorgen voor stortbuien. Vooral aan de Indiase westkust en in de Himalaya valt dan erg veel neerslag. Hier botst de aanlandige wind tegen de bergen, waardoor stuwingsregens ontstaan.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

In de winter is het precies andersom. Dan ligt er een groot hogedrukgebied boven Azië. Er waait een noordoostenwind vanaf het Aziatische continent richting zee. Deze aflandige wind is droog.


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video