Par 3.2 de Franse Revolutie

1 / 25
next
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Par. 3.2 De Franse Revolutie

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren.
  • Je kunt uitleggen welke politieke en sociale veranderingen het gevolg waren van de Franse Revolutie.
  • Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind.

Slide 3 - Slide

Voorkennis:
- Waarom was de bourgeoisie ontevreden over de standenmaatschappij? En waarom de boeren?

- Wat is de kern van verlicht denken?

- Welk sociaal gevolg had de standenmaatschappij?



Slide 4 - Slide

Voorkennis:
- Wat is trias politca/scheiding der machten?

- Wat bedoelde Rousseau met natuurrechten?

- Wat is een volksvertegenwoordiging?

Slide 5 - Slide

Jean-Jacques Rousseau
Rousseau was vóór democratie
  • Natuurrechten: alle mensen hebben van nature rechten zoals recht op vrijheid en bezit.
  • Hij vond dat niet de koning absolute macht moest hebben
  • Máár het volk!
     

Slide 6 - Slide

Charles de Montesquieu
Trias politica (driemachtenleer)
Oftewel: scheiding der machten
  • Niet één persoon moet alle macht hebben. Hoe dan wel?
  1. Vergadering van vertegenwoordigers van het volk (wetgevende macht)
  2. Regering: wetten uitvoeren
    (uitvoerende macht)
  3. Rechters: wetten controleren
    (rechtsprekende macht)
  • Dit moet machtmisbruik voorkomen

Slide 7 - Slide

Overeenkomsten:

Zowel Montesquieu als Rousseau wil het bestuur anders inrichten.

Beide hebben kritiek op de absolute macht van de koning.
Verschillen:

Rousseau wil alle macht bij het volk.
Montesquieu: het volk mocht  wetten maken, maar mocht deze niet uitvoeren en ook wetsovertreders niet bestraffen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Het begin van de revolutie
  • Lodewijk XVI en zijn schulden
  • De Staten-Generaal en de Nationale Vergadering
  • Bestorming van de Bastille

Slide 10 - Slide

Geld problemen
  • De Franse koningin Marie Antoinette was niet populair in Frankrijk. 
  • Frankrijk failliet !
  • In 1788 wilde Lodewijk daarom nieuwe belastignen invoeren.

Slide 11 - Slide

Staten- Generaal
  •  Daarvoor had hij de goedkeuring van de Staten-Generaal nodig. 1789
  •  Al 175 jaar niet meer bij elkaar geweest.  
  • Er ontstond al snel ruzie over de manier van stemmen...

Slide 12 - Slide

Een nieuwe volksvertegenwoordiging
  • 1e en 2e stand wilden stemmen per stand: elke stand 1 stem​ 
  • 3e stand wilden stemmen per hoofd: elk persoon had 1 stem.  Dat zou eerlijker zijn. ​
  • De standen werden het niet eens en de 3e stand vertrekt.​
  • Ze richtten een nieuwe volksvergadering op: Nationale Vergadering.


Slide 13 - Slide

Een nieuwe volksvertegenwoordiging
  • Vertegenwoordigers van de 1e en 2e stand sloten zich bij de Nationale vergadering aan.
  • De koning kon hierdoor niet anders dan de Nationale Vergadering te erkennen: veel macht.
  • Ondertussen kwamen overal in Frankrijk boeren en burgers in opstand: bang om de macht weer te verliezen.


Slide 14 - Slide

Val van de Bastille
Begin Franse Revolutie
  • 14 juli 1789 Bestorming van de Bastille (aanleiding).
  • Opstand verspreidt zich naar het platteland (moordpartijen en plunderingen)
  • De koning erkent de Nationale Vergadering.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Maakwerk/huiswerk:
§3.2, opdracht 1 t/m 7

Eerst 7 minuten zelfstandig in stilte.
timer
7:00

Slide 17 - Slide

Liberté, egalité, fraternité

  • Nationale Vergadering schaft de privileges van de eerste en tweede stand af.
  • Verklaring van de rechten van de Mens en de Burger  (1789)
  • Geïnspireerd door Verlichtingsideeën


Slide 18 - Slide

1791 Grondwet klaar.
  • Koning Lodewijk XVI moest voortaan wetten uitvoeren;
  • Nationale Vergadering maakt wetten;
  • Rijke burgers krijgen stemrecht.
Einde absolute macht koning -> Frankrijk wordt constitutionele monarchie

Slide 19 - Slide

Deze revolutie heeft dus verschillende oorzaken: 
• de grote ongelijkheid en onrechtvaardigheid van het ancien régime;
• het ontstaan van verlichte ideeën over de samenleving en het bestuur;
• het geldtekort van de Franse staat.

Slide 20 - Slide

De vrouw van Lodewijk XVI heette...
A
Elisabeth
B
Marie-Antoinette
C
Charlotte Louise
D
Francoise

Slide 21 - Quiz

Hoe wilde Lodewijk XVI de geldproblemen oplossen?
A
De 3e stand nog meer belasting laten betalen
B
De 1e en 2e stand ook belasting laten betalen

Slide 22 - Quiz

Waarom was het bijzonder dat Lodewijk XVI de Staten-Generaal bij elkaar riep?
A
Een absoluut vorst regeert alleen
B
Dit was al 175 jaar lang niet voorgekomen
C
A en B zijn allebei juist
D
A en B zijn allebei onjuist

Slide 23 - Quiz

Hoe heet de vergadering van de 3de stand?
A
Staten-Generaal
B
Nationale Vergadering
C
Internationale Vergadering
D
Provinciale Vergadering

Slide 24 - Quiz

begin van de Franse revolutie wordt meestal aangeduid met een bepaalde gebeurtenis, welke? en wanneer was dat?
A
de val van de Eifeltoren in 1789
B
De val van de Sacre qoeur in 1789
C
de val van de Bastille in 1789
D
de val van le academy militaire

Slide 25 - Quiz