Toetsvoorbereiding 2 havo K 6/7

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Übersetze: ik ben

Übersetze: jullie zijn

Übersetze: jij bent

Übersetze: u heeft

Zet het werkwoord 'spielen'bij de volgende pers. vnw in de juiste vorm: ik, jij, jullie

Zet het werkwoord 'reden' bij de volgende pers. vnw in de juiste vorm: jij, zij (ev), u

Zet het werkwoord 'antworten' bij de volgende pers. vnw in de juiste vorm: ik, men, jullie

Welches Wort passt nicht?
reiten, ins Kino gehen, Klavier spielen, Sport machen

1. reiten
2. ins Kino gehen
3. Klavier spielen
4. Spass machen

Die Mehrzahl von das Klavier ist:

1. die Klavieren
2. die Klaviers
3. die Klavieres
4. die Klaviere

Die Mehrzahl von: der Stuhl

1. die Stühle
2. der Stühle
3. die Stuhle
4. die Stuhlen

Wat betekent Nominativ en Akkusativ (in de juiste volgorde)?

1. lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp
2. meewerkend voorwerp en onderwerp
3. onderwerp en meewerkend voorwerp
4. onderwerp en lijdend voorwerp

In de Duitse taal kan de lijdende vorm o.a. ontstaan door voorzetsels. Welke zijn dit?

1. mit, nach, für, ohne, um, bis
2. durch, für, ohne, um, bis, gegen
3. um, bis, gegen, vor, zu, in
4. mit, nach, vor, zu, auf, ohne

Die Mehrzahl von 'die Stadt' ist

1. die Stadte
2. die Stadten
3. die Städte
4. die Städten

Wat is de lijdende vorm van jij?

1. dich
2. mich
3. du
4. uns

Wat is de lijdende vorm van hem?

1. er
2. ihn
3. sie
4. ihr

Übersetze: zonder jullie

Übersetze: voor mij

Übersetze: tegen ons

Übersetze: tot

Übersetze: door jou

Was findest du? Deutsch

1. ist blöd/langweilig
2. ist einfach
3. gefällt mir/ist toll
4. ist schwierig