Ik en mij.

Personen
Ik heb een stoel.
De stoel is van mij.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 7

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Personen
Ik heb een stoel.
De stoel is van mij.

Slide 1 - Slide

Jij hebt een stoel. De stoel is van jou.
Hij heeft een stoel. De stoel is van hem.
Zij heeft een stoel. De stoel is van haar.
U hebt een stoel. De stoel is van u.

Slide 2 - Slide

Ik heb een huis.
Het huis is van.....
A
ik
B
mij
C
jou
D
hem

Slide 3 - Quiz

Zij heeft een bank.
De bank is van.....
A
zij
B
ik
C
hem
D
haar

Slide 4 - Quiz

Manal heeft een pen.
De pen is van.....
A
mij
B
jou
C
hem
D
haar

Slide 5 - Quiz

Mussa heeft een schrift.
Het schrift is van......
A
hij
B
hem
C
zij
D
haar

Slide 6 - Quiz

U hebt twee kinderen.
De kinderen zijn van....
A
u
B
jou
C
jij
D
mij

Slide 7 - Quiz

Jij hebt een tuin.
De tuin is van.......

Slide 8 - Open question

U hebt een auto.
De auto is van......

Slide 9 - Open question

Sarah Hope heeft een telefoon.
De telefoon is van.....

Slide 10 - Open question

De man heeft een radio.
De radio is van.....

Slide 11 - Open question

Wij hebben een tuin. De tuin is van ons.
Jullie hebben een televisie. De televisie is van jullie.
Zij hebben een douche. De douche is van hen.

Slide 12 - Slide

Wij hebben een balkon.
Het balkon is van.....
A
wij
B
jullie
C
ons
D
hen

Slide 13 - Quiz

Jullie hebben nieuwe gordijnen.
De gordijnen zijn van.....
A
jou
B
jullie
C
ons
D
wij

Slide 14 - Quiz

Tanzila en Mahdi hebben koffie.
De koffie is van......
A
haar
B
hem
C
hen
D
jullie

Slide 15 - Quiz

Wij eten pizza.
De pizza is van.....

Slide 16 - Open question

De cursisten hebben een diploma.
Het diploma is van......

Slide 17 - Open question

Jullie hebben een schrift.
Het schrift is van.....

Slide 18 - Open question

De kinderen hebben een spel.
Het spel is van......

Slide 19 - Open question

Wij hebben een mooi kleed.
Het kleed is van....

Slide 20 - Open question